recencies 267 Erickson ook in de kracht van diens leven meegemaakt. Zo heeft hij Erickson tussen 1955 en 1968 vele malen over diens therapeutische benaderingen geïnterviewd; vaak deed hij dat met Weakland, een kele keer met Bateson. De inhoud van deze interviews is door Haley verwerkt in zijn boek Uncommon therapy. Het boek laat zien dat Erickson niet alleen verhalen heeft verteld, maar zijn patiënten vaak ook precies gezegd heeft wat ze volgens hem moesten doen om hun problemen op te lossen. De drie delen van Conversations with Mi/ton H. Erickson, M.D. vatten de teksten van de oorspronkelijke interviews, die op Ericksons directieve therapieën betrekking hebben (de gesprekken over zijn hypnotherapieën zijn voor een volgend boek bestemd). Hoewel de onderwerpen die daarin aan bod komen de lezer wel bekend zullen voorkomen, blijven deze interviews boeiend en inspirerend. De nier waarop Erickson over zijn werk vertelt en duidelijk tracht te ken waarom hij iets deed is mogelijk leerzamer maar zeker amusanter dan de samenvatting die Haley daarvan heeft gegeven in Uncommon therapy. De Conversations zouden een mooi cadeau kunnen vormen voor een jubilerende collega, ze passen ook uitstekend in de theek van het instituut waar de geïnteresseerde lezer deel van maakt. ONNO VAN DER HART Tomas Svoboda, Het hypnoseboek. Bosch & Keuning, Baarn, 1985. 176 blz. Prijs: f 27,50. Het hypnoseboek, in 1984 oorspronkelijk in Duitsland uitgegeven, is zeker geen slecht boek. Het bevat een uitstekende literatuurlijst, die duidelijk maakt dat de auteur de materie grondig heeft bestudeerd. En de inhoud laat zien dat hij ook in praktisch opzet goed geschoold is. De eerste IOl bladzijden bieden het bekende werk: theorieën over de aard van hypnose, hypnotische verschijnselen, de bekende tie- en deductietechnieken, zelfhypnose, etc. De verbatim-teksten zijn redelijk. Het tweede deel gaat over de therapeutische toepassing van hypnose, waarin de nadruk ligt op ontdekkende en ego-versterkende technieken. De auteur toont een voorliefde voor de ego-toestand rapie – in dit boek als de therapie van de Ego-staten omschreven – van Watkins. Aardig vind ik het dat hij hierbij ook aandacht steedt aan het werk van Federn, waar Watkins zijn aanpak op seert. Er kleven naar mijn idee twee bezwaren aan dit boek om goed als leerboek te fungeren. Het eerste bezwaar is dat het erg compact
268 Dth 3 jaargang 6 augustus 1986 geschreven is, het tweede heeft betrekking op de vormgeving. De gever heeft zoveel mogelijk woorden op een bladzij willen persen, dat het lezen geen genoegen is. ONNO VAN DER HART AARDIGE VERHALEN N. Peseschkian, The merchant and the parrot: Mideastern ries as tools in psychotherapy, Vantage Press, New York, 1982. 168 blz. Prijs: $g.oo. Het vertellen van een goed verhaal is een therapeutische techniek die reeds lang voor het ontstaan van de moderne psychotherapie werd toegepast. De bijbel, bijvoorbeeld, staat er vol van. De in Duitsland woonachtige Perzische psychiater Nossrat Peseschkian heeft in dit boekje een kleine honderd van dergelijke verhalen meld. Ze gaan over mulla’s (predikers), hakims (dokters) en allerlei gewone mensen, meestal in merkwaardige omstandigheden rend, in het Midden-Oosten. De auteur laat aan de hand van veel praktijkvoorbeelden zien hoe hij deze verhalen in zijn therapie bruikt. Hij kiest steeds een verhaal dat een passende metafoor voor de klachten van de cliënt lijkt te zijn, en hij vertelt het (of laat het lezen) vaak op een moment dat zich een impasse in de therapie doet. Het verhaal heeft meestal een onverwachte verrassende afloop en kan de cliënt daarom helpen een ander perspectief op zijn eigen probleem te ontwikkelen – één van de belangrijkste functies van zo’n verhaal. Een aardig voorbeeld is het verhaal van de man die van zijn vriend prachtige verhalen krijgt te horen over het genoegen met twee wen getrouwd te zijn in plaats van één. De man onderneemt de actie om dit genoegen ook zijn deel te laten zijn, maar hij komt er spoedig achter dat hij noch in het bed van zijn tweede vrouw noch in het bed van zijn eerste vrouw welkom is. Er zit niets anders op dan in de nabij gelegen moskee een plaatsje voor de nacht te zoeken. Tot zijn verbazing arriveert daar korte tijd later zijn vriend, die al enige weken in hetzelfde parket zit. Op de vraag waarom hij dan het menleven met twee vrouwen zo opgehemeld heeft, antwoordt de vriend beschaamd: ‘Ik voelde me zo eenzaam in deze moskee en de graag een vriend bij me hebben’. De meeste verhalen zijn geselecteerd omdat ze cliënten (en hun rapeuten) op metaforische wijze kunnen inspireren. Sommige zijn