264 Dth 3 jaargang 6 augustus 1986 LEREN-DOOR-ERVAREN UIT EEN BOEK? Bunny S. Duhl, From the Inside Out and Other Metaphors: Creative and lntegrative Approaches to Training in Systems Thinking. Brunner/Mazel, New York, 1983. 298 blz. Zoals de titel al aangeeft: Dit boek gaat niet over gezinstherapie. De auteur vertelt over de manier waarop in trainingen van het Boston Family Institute, gezinstherapeuten in spe een systeemvisie leren wikkelen. Zij noemt de Bostoniaanse manier: From the Inside Out – van binnen naar buiten. Om zicht op en gevoel voor het functioneren van menselijke systemen te krijgen kan naar haar mening in een ningsprogramma het beste worden uitgegaan van de persoonlijke varingen van de deelnemers, van hun persoonlijke ‘visie op de reld’. Bunny Duhl spreekt van ieders ‘kernbeelden’ (core images). recht zegt zij: De pioniers van de gezinstherapie zijn ook zo nen. Zij die nu worden opgeleid krijgen de door deze pioniers melde kennis voorgeschoteld ‘from the outside in’. Volgens haar werkt dat dikwijls niet goed. Toen het Boston Family Institute met trainingen begon viel het op dat de deelnemers niet ‘hoorden’ wat de trainers zeiden. Het paste niet in hun persoonlijke referentiekader of, zoals de modernere term luidt, binnen hun ‘belief system’. De visie en de doelstelling van het trainingsprogramma van het Boston Family Institute spreken mij wel aan. De in het boek de oefeningen gaan steeds uit van het eigen referentiekader van re deelnemer. De ‘debriefing’, de uitwisseling van ieders ervaringen bij de oefeningen, moet leiden tot uitbreiding van het referentiekader. De confrontatie van verschillende ‘belief systems’ kan een meer tegreerd, complexer, ‘rijker’ persoonlijk ‘belief system’ doen ontstaan al zijn er natuurlijk ook andere wegen die tot dat doel leiden. Ik denk bijvoorbeeld aan het veel doen van therapie in een groep. Het doel van Bunny Duhl is om zó over het programma van het Boston Family Institute te vertellen dat het ‘plezierig is om te lezen’. Dit doel wordt jammer genoeg niet bereikt. Het boek is moeilijk leesbaar. Veel details zijn niet relevant voor het thema ‘van binnen naar buiten’ en Bunny Duhl doet ook geen pogingen ze relevant te maken (extreem voorbeeld: één van haar deren is met de keizersnede geboren – wel ‘from the inside out’ tuurlijk). Verder is het boek overladen. Herhalingen van steeds dezelfde ideeën en standpunten werken uitputtend op de lezer.
recencies 26 5 Bunny Duhl is zó enthousiast over het programma van haar tuut – waaraan zij al veertien jaar meewerkt – dat zij het rend aanprijst als hèt antwoord op alle vragen van beginnende teemdenkers’. Zoals ik al zei, ik ben ervan overtuigd dat haar dering mensen veel over het functioneren van menselijke systemen kan leren. Ook ga ik helemaal mee met het accent dat in het gramma van haar instituut wordt gelegd op ‘nieuwsgierigheid’ en ‘creativiteit’. Veel opleidingen, zegt zij, leggen te veel nadruk op de competentie van de deelnemers en op hun behoefte aan een ‘goed’ gevoel van eigenwaarde. Competentie is van groot belang, maar nieuwsgierigheid en creativiteit zijn dat zeker niet minder. Dat maakt het programma van het Boston Family Institute echter niet alleen-zaligmakend. Noch noodzaakt het tot een zo de redundantie dat ik herhaaldelijk moest verzuchten: Je hebt gelijk, maar houd nu eens op het te zeggen. Bunny Duhl is de hebber die, door mooie streken toerend, niet ophoudt uit te roepen: Wat is dit mooi! En dat! Prachtig, nietwaar? Bunny Duhl is in de paradoxale situatie verzeild geraakt dat zij in een boek haarfijn iets wilde uitleggen, wat je alleen al ervarend in de praktijk kunt leren. En hoewel zij ‘vrijheid van leren’ predikt, rolt zij als een stoomwals over de lezer heen. Dat leidt tot monstrueuze sommingen als die op pagina 101-rn4 over wat een ‘systeemdenker’ en -therapeut allemaal moet (!) kunnen en leren – het heeft geen zin deze opsommingen hier weer te geven. Opnieuw: Zij heeft geen lijk, maar wat zij opnoemt kun je alleen al ervarend leren en niet ‘from the outside in’ voorgeschoteld krijgen. De gebreken van het boek motiveren niet tot doorlezen, maar tot dichtslaan. Het is jammer dat daardoor goede elementen verloren gaan. Wie iets over ‘sculpting’ wil lezen kan in het laatste hoofdstuk goed terecht. Verschillende concrete vormen van ‘sculpting’ zijn in uitgewerkt. Wie nuttige oefeningen bij de hand wil hebben in een leertherapiegroep voor gezinstherapeuten kan ook van het boek fiteren. PAUL VAN WEEREN psycholoog Leiden