Jaargang 4 (1984)

74 Dth 1 jaargang 4 februari 1984 Directieve therapie bij een man met een paranoide schizofrenie l. Inleiding Er zijn aanwijzingen dat met behulp van bepaalde directieve venties psychotisch gedrag in gunstige zin te be’invloeden is duin & Druijf, 1980; Terluin, 1982; Pruijssers, 1983). Bergman (1982) geeft enige aardige voorbeelden van hoe een ongewenst troon bij chronisch psychotische patienten doorbroken kan worden. Zonder dat de illusie gewekt wordt dat hierdoor dergelijke patienten genezen worden, slaagt hij erin duidelijk te maken dat directieve terventies ertoe kunnen bijdragen dat deze mensen aanzienlijk riger kunnen leven. In dit artikel wordt de behandeling beschreven van een negenentwintigjarige man bij wie een hardnekkige de waan terugkeer naar de maatschappij in de weg stond. 2. Het behandelingsverslag De heer Blote is een negenentwintigjarige ongehuwde man, bediende van beroep. Zijn moeilijkheden zijn volgens hem jaren den begonnen. Een inmiddels overleden hoogleraar zou hem notiseerd hebben. Hij heeft als klacht dat zijn gedachten door zijn neus ontsnappen en aldus voor andere mensen hoorbaar worden. Hij heeft er alleen last van in de inrichting waarin hij verblijft, in het weekend thuis is hij klachtenvrij. Soms verdwijnen de klachten taan en is hij in staat te voorkomen dat ze terugkomen door zijn ogen te sluiten. Het luid worden van zijn gedachten komt weer terug zodra iemand hem aankijkt en ‘smeerlap’ denkt. Hij merkt dat zijn gedachten weer luid worden aan de omgeving: de mensen hem schimpen en uitlachen. Sommige mensen, in de inrichting bijv. de tienten, horen de gedachten niet, maar die zijn naar zijn overtuiging gehypnotiseerd. De heer Blote heeft in het verleden rechten gestudeerd. Zes jaar leden had hij een eerste psychotische periode. Hij is toen met zijn die gestopt en op kantoor gaan werken. Hoewel de heer Blote in Friesland woont wil hij behandeld worden door de auteur die in het westen werkt. De auteur is hem aanbevolen in verband met 2025-06-28T19:00:31+00:00