Jaargang 3 (1983)

84 Dth 1 jaargang 3 februari 1983 In hoofdstuk 15 pakt Hoffman de draad van haar betoog weer op met een lofzang op de ‘systemic approach’ van de ‘Milan Associates’, die in hun rievorming en in hun praktijk steeds consequenter een circulair systemisch model zijn gaan hanteren. Hoffman geeft een aantal mooie voorbeelden van dramatische interventies die zo karakteristiek zijn voor Selvini Palazzoli en haar collega’s. Maar zij besteedt onevenredig veel aandacht aan de benadering van deze groep en doet daarmee anderen tekort. Zo geeft zij nauwelijks matie over de belangrijke ontwikkelingen in de ‘Brief Strategie Therapy jects’ van het Ackerman Institute, waarvan zij zelf deel uitmaakt. De hoofdstukken 16 en 17 zijn meer speculatief. Hoffman werpt vragen op over de ’therapeutic (paradoxale interventies) en over theorieën die het effect daarvan trachten te verklaren. Zij gaat hier ook kort in op ties en contra-indicaties voor dergelijke interventies. De epiloog tenslotte biedt een overzicht van een negental implicaties van een w7rkcl’iik circulaire epistemologie. Zij lezen als de ‘Tien Geboden’ voor de nieuwe generatie van gezinstherapeuten en het zijn vaak open deuren. Zo zegt zij dat we oog moeten hebben voor zowel positieve als negatieve interpretaties van symptomatisch gedrag: ‘One can often construe the symptom as a solution, however fortable or destructive it may seem, toa dilemma faccd by the family on its evolutionary path’. Al met al ben ik niet enthousiast over Foundations of Family Therapy. Het boek voldoet niet aan de hoge verwachtingen die zijn opgeroepen. De beoogde integratie van homeostatische en evolutionaire theorieën komt niet werkelijk tot stand. Dat neemt niet weg dat het boek ook veel waardevol materiaal bevat – Hoffman heeft oog voor belangrijke nieuwe ontwikkelingen in de rapie. Maar voor de geïnformeerde lezer heeft het bock weinig extra’s te den boven de reeds bekende publikaties. En voor beginners lijkt het boek mij te breed opgezet en te weinig systematisch. Wie Hoffman’s eerdere publikaties graag gebundeld wil hebben doet er goed aan Foundations of Family Therapy aan te schaffen. Ook is het boek de moeite waard voor ‘liefhebbers’ die, net als ik, inspiratie putten uit sprekende voorbeelden en anekdotes waar dit boek zo rijk aan is. ANNA DE VOOGT, psychologe te Amsterdam en wetenschappelijk medewerkster aan de Katholieke Hogeschool Tilburg TE VEEL HOOI OP DE VORK! Frank Bockus: Couple Therapy. Jason Aronson, New York, London, 1980. 365 pag. Frank Bockus, Ph.D., is gezins- en relatietherapeut en doceert deze vakken aan de Brugham Young University en de University ofWisconsin-Stout.

Recensies 85 Toen ik zijn boek inkeek, viel mij op dat de bibliografie (58 boeken) een korte samenvatting van elk boek presenteert en de verklarende woordenlijst zeer uitvoerig is. Ik kreeg de indruk dat deze schrijver veel tegelijk wilde doen in zijn boek en dit idee ben ik onder het lezen niet meer kwijt geraakt. De schrijver geeft als argument voor deze uitgave: de tijd is gekomen om een nieuwe therapeutische benadering van relatietherapie als ‘verheldering’ toe te voegen aan de ‘produktievc wanorde’ van alle bestaande pieën. Zijn nieuwe methode noemt Frank Bockus experiiintieel, waaronder hij een benadering verstaat, die poogt de kloof te overbruggen tussen de ke ervaring van de cliënt omtrent zijn problematiek en de onder woorden brachte betekenis ervan. Dit geldt dan niet alleen voor de individuele ners, maar ook voor het hele terrein van interacties waarbinnen het paar oude en nieuwe probleemsituaties herbeleeft en waar de therapeut als een sche regisseur optreedt, informatie verzamelt, patronen ontdekt en ties pleegt om de gewenste verandering van gedrag te bewerkstelligen. Tot zover een interessant boek met aardige verbatimverslagen. Maar nu! De therapeutische interventies haalt Frank Bockus uit alle overige modellen die hij kent, omdat, zoals hij zegt, de relatie tussen twee mensen zo complex is en zo veel verschillende niveaus (van intrapsychisch tot en met tergenerationeel) een rol spelen in het actuele conflict. Deze, door de schrijver genoemde eclectische, integratieve benadering echter, maakt het boek overvol en onoverzichtelijk. Voor een beginneling wordt het dus moeilijk leesbaar; voor de meer ervaren therapeut kan het discussiestof leveren over de poging van de schrijver het experiëntiële proces toe te passen in relatietherapie (in hoofdstuk 5 ook in groepstherapie). De directieve therapeut zal met king tot interventies weinig nieuws tegenkomen. MONIQUE JONGERIUS-JORAS psychiater in het psychiatrisch dagcentrum van het S J P Dercksencentrum, Amsterdam EXPERIMENTELE HYPNOSE: EEN OVERZICHT Fromm, Erika & Shor, Ronald E. (eds.), Hypnosis: Developments in Research and New Perspectives. Aldine Publishing Company, New York, I979· 793 pag.f ± I25,-. Dat na de sinds de eerste editie in I972 reeds klassieke vey’ van Fromm en Shor meer dan r ooo wetenschappelijke publikaties over hypnose zijn verschenen rechtvaardigde een herziene uitgave met een zigde ondertitel: Developments in Research and New Perspectives. Evenals de eerste druk is het een uitstekende verzameling artikelen, waarin op een vuldige en systematische wijze een overzicht wordt gegeven van de zoeksliteratuur over verschillende aspecten van hypnose. Eén hoofdstuk is men te vervallen en r 3 van de 20 hoofdstukken zijn – soms drastisch – om-