recensies 289 geraffineerd, maar wel steeds duidelijk en reproduceerbaar. Dit ste is ook bij hypnotherapie een voordeel. De vertaling is overigens in nauwkeurig en goedlopend Nederlands. Concluderend zou ik dit boek therapeuten aanbevelen die hypnose toepassen, niet als eerste en enige introductie, wel als een duidelijk overzicht van een benadering die zowel verdiensten als zwakke ten heeft. De aanpak van verschillende klachten is duidelijk zet en hoeft niet per se slaafs te worden gevolgd; men kan de velingen van de Spiegels gebruiken als uitgangspunt voor de keling van eigen variaties. MARNIX SMIT psychiater te Lunteren Jay Haley, Ordeal therapy: unusual ways to change behavior. San Francisco & Londen, Jossey-Bass, 1984; 213 blz. Prijs: f: 20.95. Over het ‘benevolent ordeal’, oftewel de ‘zware last’, heeft Haley al in 1963 geschreven in zijn Strategies of psychotherapy. Nu heeft hij er een prachtig boek aan gewijd – naar mijn idee zijn mooiste boek tot dusver – dat zich hier en daar laat lezen als een spannende detective. Volgens Hcrley is de zware last zowel een bepaalde therapeutische techniek als een theoretisch principe, van waaruit de werkzaamheid van uiteenlopende therapieën zich laat verklaren. De techniek houdt in dat aan het blijven houden van de klacht of het symptoom een dermate zware consequentie – meestal een nuttige doch me taak – wordt verbonden, dat de cliënt bij wijze van spreken eieren voor zijn geld kiest en het symptoom opgeeft. Het principe houdt in dat een hele therapie, van wat voor aard dan ook, eveneens op die manier kan werken: de therapie zelf wordt zo’n last, dat de cliënt maar liever zijn klachten opgeeft dan verder onder die last gebukt te gaan. Het boek bevat naast een theoretische introductie twaalf stukken plus een epiloog, die elk uitvoerig een praktijkvoorbeeld – van Erickson, van Haley zelf of een van zijn supervisanten – ven. Elk hoofdstuk is een juweeltje; de spanning wordt steeds gewekt door de manier waarop de therapeut de cliënt motiveert de last op zich te nemen. Meestal gaat het om een ‘blanco check’: de therapeut vertelt de cliënt dat hij een gegarandeerde oplossing voor het bleem heeft, die hij pas aan de cliënt zal meedelen als deze zich bij voorbaat bereid verklaart de oplossing uit te voeren. Verklaart deze
290 Dth 3 jaargang 5 augustus 1985 zich uiteindelijk bereid, dan treedt de therapeut vooralsnog als caat van de duivel op: ‘Weet je zeker dat je ’t wel wilt? Zou je ’t wel doen?’ Hoe aantrekkelijk Haley deze techniek ook beschrijft en daarmee tot navolging inspireert, er mag niet worden vergeten dat in de te voorbeelden eerst andere, minder ingrijpende benaderingen geefs waren toegepast. ONNO VAN DER HART Anees A. Sheikh (ed.), lmagination and healing, imagery and human development series. Farmingdale, New York, Baywood Publishing Company, Ine” 1984, 291 blz. Dit boek bestaat uit een verzameling bewerkte lezingen welke niseerd werden door de Marquette University in samenwerking met het Institute for the Advancement of Human Behavior. Door deze opzet overlappen de verschillende hoofdstukken elkaar gedeeltelijk. Het boek begint met een historisch hoofdstuk, dat vooral handelt over de holistische visie van Aristoteles op de samenhang van chaam en geest tegenover de visie van Descartes, waarbij geest en chaam als twee verschillende entiteiten werden beschouwd. gens een hoofdstuk over de systeemtheorie: te kort om de theorie recht te doen en dit had dus beter weggelaten kunnen den. Interessant zijn de hoofdstukken waar nader ingegaan wordt op de relatie: imaginatie (hypnose), cerebrale lateralisatie, mitters, corticosteroïden en immunologische afweer. Deze theorie ligt ook ten grondslag aan de therapie volgens Simonton bij tiënten. Melding wordt gemaakt over de bereikte resultaten, alsmede een cluster-analyse van de factoren waar het succes mogelijk mee menhangt. In verdere hoofdstukken wordt ingegaan op imaginatie en huidafwijkingen, depressies, fobieën, seksuele stoornissen, ding, etc. Nagenoeg ieder hoofdstuk bevat de opmerking dat de sultaten bemoedigend zijn en dat nader onderzoek gewenst is. Al met al niet zozeer een kookboek met imaginatierecepten wel men hier en daar wel een recept tegenkomt), maar meer een boek dat ingaat op de achtergronden van imaginatie. Interessant voor ratuurdoorvorsers: uitgebreide literatuurverwijzingen; sommige hoofdstukken bevatten meer dan honderd verwijzingen. Duidelijk is dat met imaginatie (hypnose) weliswaar niet ‘alles-bij-iedereen’ reikt kan worden, maar wel: ‘heel-wat-bij-vrij-veel-personen’. Zelfs in de tijd van budgetfinanciering kan het derhalve voor een algemeen