recensies Alfred Lange. Strategieén in directieve therapie. Van Loghum Slatcrus, Deventer, 1987. Prijs f 49,50 Boeken en artikelen van Alfred Lange zijn werken waar men naar uitkijkt en waarvan men verwacht dat ze inhoud hebben, praktisch zijn en bovendien goed geschreven. Ook bij Strategieën komt men niet bedrogen uit. Het boek bevat een twaalftal hoofdstukken waarin uiteenlopende onderwerpen worden aangesneden en aan schrijvingen geïllustreerd. Het eerste hoofdstuk beschrijft de opvattingen van de auteur over de reiatie tussen directieve therapie en gezinstherapie. Aan de hand van een aantal gevalsstudics wordt het belang van de volgende mensies aangegeven: de gezinsstructuur. het interactiepatroon tussen de echtgenoten en het individuele niveau. Directieve therapie binnen relaties impliceert een creatief evenwicht tussen deze dimensies, een juiste taxatie van het relatieve belang van een dimensie voor dit paalde probleem in deze fase van de behandeling. Hoofdstuk 2 is een verdere praktische uitwerking van het gaande, toegespitst op de behandeling van agorafobie. Hierbij spelen met name ook de dimensies heden-verleden en somatisch-psychisch. Het een en ander wordt duidelijk geïllustreerd aan de hand van tijkgevallen. De hoofdstukken 3 en 4 hebben het motiveren van cliënten als derwerp. Het inmiddels bekende classificatiesysteem van technieken op basis van de dimensies algemeen-specifiek en gruent-judo wordt uitgewerkt en geïllustreerd. De belangrijke ge van deze hoofdstukken bestaat uit het op een rijtje zetten van lerlei motiveringstechnieken binnen de verschillende cellen van het classificatiesysteem. Wat ik wel mis. is een duidelijk theoretisch cept achter het classificatiesysteem. De hoofdstukken 5. 6 en 7 beschrijven directieve therapie in het geval van ernstige traumatische ervaringen. In hoofdstuk 5 wordt de directieve therapie bij pathologische rouw afgezet tegen de therapeutische benadering à la Ramsay. De verschillende fasen en componenten van het rouwproces worden beschreven, de punten die aan de modellen ten grondslag liggen, worden teerd en de behandeling wordt geïllustreerd met een ving. De volgende twee hoofdstukken beschrijven vormen van tieve therapie bij oorlogsgetroffenen. In hoofdstuk 6 worden dan nog even enkele karakteristieken van directieve therapie gegeven en wordt de behandeling ingekaderd in de eerder beschreven dimensies. De druk ligt in de behandeling sterk op huiswerkopdrachten (registra-
360 Dth 4 jaargang 7 december 1987 ties. schrijfopdrachten, afscheidsbrieven. zelfverbalisaties). Het belang van een goede timing wordt sterk benadrukt. Hoofdstuk 7 gaat dan vervolgens in op het attributieproces van klachten aan de varingen. Twee belangwekkende hoofdstukken in het kader van de huidige discussie rond psychiatrische klachten en oorlogservaringen! De hoofdstukken 8. 9 en IO betreffen achtereenvolgend directieve therapie bij incestueuze verlangens. bij psychiatrische opname en bij verslaving aan harddrugs. Wat mij met name bij de beschrijving van de behandeling van een verslaafde aan harddrugs met behulp van zelfcontrole-technieken en hypnose (in hoofdstuk IO) opviel, was het contrast tussen aan de ene kant de weloverwogen, gezond-verstand benadering van de directieve therapie en aan de andere kant de mee vergeleken dogmatische benadering van de gische gezinstherapie à la Stanton en Todd. In hoofstuk 1 r wordt het thema van de motiveringstechnieken, minstens impliciet, weer opgenomen. Dit vind ik een heel sterk hoofdstuk, waarin de kern van directieve therapie wordt uitgewerkt en een aantal non-specifieke factoren uitdrukkelijk worden ceerd. Het boek wordt afgesloten met een hoofdstuk rond problemen, waarin een verbatim behandelingsverslag met taar van de therapeut en de gezinsleden is opgenomen. Als slotconclusie moet gelden dat Strategieën een uitmuntend boek is. dat een plaats verdient in de boekenkast van de praktische verlener naast de delen Directieve Therapie, Deel 1 tot N. Jammer is misschien dat alle hoofdstukken reeds eerder zijn schenen. en met name dat het therapeutisch model achter directieve therapie, ondanks de beloften in de inleiding, niet voldoende uit de verf zijn gekomen. Naar mijn gevoel had met name hoofdstuk 11 centraler moeten staan. Nu mist het boek een homogeniteit en is het net iets teveel een bloemlezing van thema’s uit de directieve therapie. Desalniettemin. een uitmuntend boek. CAS SCHAAP Vakgroep klinische psychologie en persoonlijkheidsleer Katholieke Universiteit Nijmegen