156 Dth 2 jaargang 3 mei 1983 van in Nederland verder onderzoek naar hypnose en hynotherapie te stimuleren. 2. De constructie van de Stanford Hypnotic Clinical Scale (SHCS) De sttcs is een speciaal voor een therapiesituatie geconstrueerde notiseerbaarheidstest waarvan de afnameduur betrekkelijk kort is. De suggesties zijn zo gekozen, dat ze betrekking hebben op specifieke hypnotische vaardigheden die over het algemeen in hypnotherapie worden gebruikt (Hilgard & Hilgard, 1975; Morgan & Hilgard, 1978). De SHCS heeft vijf items die in enigszins gewijzigde vorm zijn genomen uit de eerder door Weitzenhoffer en Hilgard ontwikkelde onderzoeksschalen voor hypnotiseerbaarheid (Weitzenhoffer, 1980). Item 1, het onwillekeurig naar elkaar toe bewegen van de handen, is een gemakkelijke motorische opdracht, waardoor de cliënt vertrouwd wordt gemaakt met het reageren op suggesties. Een succesvolle voering van deze opdracht geeft een aanwijzing, dat in latere sessies mogelijk armlevitatietechnieken toegepast kunnen worden. Item 2, het ervaren van een droom, is een projectie-item, dat ondermeer bruikt kan worden om de ideeën en verwachtingen van een cliënt t.o.v. hypnose te interpreteren. Item 3, een leeftijdsregressie naar een leuke dag op de lagere school, bepaalt iemands toegankelijkheid voor een in hypnotherapie veelvuldig aangewende techniek om vroegere ervaringen te herbeleven. Item 4, een posthypnotische amnesie voor alle ervaringen tijdens de test, kan bijv. gebruikt worden in verband met pijnbestrijding. Item 5, een posthypnotische suggestie voor het onwillekeurig kuchen of schrapen van de keel, is mogelijk gerelateerd aan iemands vermogen om datgene, wat hij tijdens hypnose bereikt heeft, na het beëindigen van de trance te continueren (Hilgard & gard, 1975; Morgan & Hilgard, 1978). Een cliënt met een totaalscore van o of 1 is slecht hypnotiseerbaar, met een totaalscore van 2 of 3 gemiddeld hypnotiseerbaar en met een totaalscore van 4 of 5 goed hypnotiseerbaar. Cliënten met dezelfde totaalscore kunnen zeer uiteenlopende hypnotische vaardigheden zitten. Iemand die een motorische opdracht niet kan uitvoeren kan toch in staat zijn om posthypnotische amnesie te ervaren. Een voordeel van de SHCS is dat niet alleen een totaalscore wordt verkregen, maar dat ook de specifieke vaardigheden van een cliënt enigszins in kaart worden gebracht. Volgens Morgan & Hilgard (1978) geven de scores op de individuele items samen met een nabespreking ervan door de
De Stanford Hypnotic Clinical Scale 157 therapeut en cliënt bruikbare informatie voor het bepalen van een therapeutische strategie. Cliënten met dezelfde totaalscore kunnen volgens hen een nogal verschillende benadering vragen. Een lage re is misschien wel de grootste uitdaging voor de therapeut, als hij zijn therapeutische strategie moet aanpassen aan de minimale digheden die de cliënt bezit. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat de SHCS een valide en betrouwbare hypnotiseerbaarheidsschaal is. De correlatie tussen de SHCS en de Stanford Hypnotic Susceptibility Scale: Form C (een derzoeksschaal voor hypnotiseerbaarheid) is .72. Bovendien zijn er normgegevens bekend voor een studentenpopulatie (Hilgard & gard, 1975; Morgan & Hilgard, 1978). Met betrekking tot de Nederlandse bewerking van de SHCS dienen de volgende twee opmerkingen gemaakt te worden. In de eerste plaats is de Nederlandse schaal – daar het Amerikaanse origineel nogal autoritair gesteld is zo permissief mogelijk geformuleerd (bijv. niet ‘Er gaat nu iets heel boeiends gebeuren’, maar ‘Er kan zo meteen iets boeiends gebeuren’). Deze meer permissieve stijl is in overeenstemming met de veranderingen, die zich de afgelopen jaren in de praktijk van hypnotherapie hebben voltrokken. Directe taire suggesties worden zoveel mogelijk achterwege gelaten en bij voorkeur worden permissieve suggesties gegeven, die benadrukken, dat de cliënt zelf in staat is om op hypnose te reageren door te trouwen op zijn eigen trancecapaciteiten. Ondanks deze ring loochent de Nederlandse bewerking niet geheel haar autoritaire oorsprong. In de tweede plaats is de volgorde van de items enigszins derd. Na de inductie en het naar elkaar toe bewegen van de handen gaat in de Nederlandse versie de leeftijdsregressie vooraf aan de droom. Voor deze omwisseling is gekozen, omdat suggesties voor het teruggaan naar een leuke dag op de lagere school de cliënt een lijk afgebakend kader bieden, waarbinnen hij gericht gedachten en voorstellingen kan ontwikkelen. De onwillekeurigheid en waarde van zijn ervaringen kan hierbij variëren zonder snel een voel van falen op te roepen en de cliënt raakt hierdoor vertrouwd met involvering in imaginatieprocessen. Suggesties voor een droom bieden minder houvast en kunnen als eerste cognitieve item van de schaal bij de cliënt gemakkelijk faalangst oproepen en zelfs als een verlammende paradox ervaren worden (‘nu moet je dromen’). Amnesie en posthypnotische suggestie zijn in de Nederlandse versie eveneens omgekeerd. In de Amerikaanse tekst wordt eerst amnesie voor de trance gesuggereerd, waarna vlak voor de deductie de posthypnotische suggestie wordt gegeven om onwillekeurig de keel te
158 Dth 2 jaargang 3 mei 1983 schrapen of te kuchen bij het horen van een bepaald geluid. Deze suggestie voor onwillekeurig gedrag leek ons gemakkelijker baar wanneer de cliënt pas hiemá wordt gesuggereerd alles te ten wat er gebeurd is en toch vanzelf te kunnen reageren op het luid, dat hij daarnet gehoord heeft. 3. Een exploratief onderzoek naar de Stanford Hypnotic nical Scale (sHcs)* 3. I. Doelstelling De doelstelling van het hieronder te beschrijven exploratieve zoek was tweeledig. Door de scores van proefpersonen op de SHCS te vergelijken met hun scores op de HGSHS wilden we een eerste aanzet geven tot validering van de SHCS. De HGSHS is een bewerking van de Stanford Hypnotic Susceptibility Scale: Form A van Weitzenhoffer en Hilgard voor groepsafname. De Harvard groepsschaal waarvan de afnameduur ongeveer 50 minuten bedraagt, bestaat uit twaalf items en de proefpersonen scoren zelf hun reacties op de gegeven suggesties (Udolf,1981). De HGSHS is de enige onderzoeksschaal voor seerbaarheid, die in het Nederlands is bewerkt en gestandaardiseerd. Bovendien wilden we door dit onderzoek nagaan of onze eerste versie van de Nederlandse bewerking van de SHCS nog verder moest worden aangepast op grond van de verkregen scores en subjectieve ervaringen van de proefpersonen. 3.2. Methode Proefpersonen Zeventien medicijnstudenten en arts-assistenten van de teit Leiden (acht mannen en negen vrouwen) deden aan dit zoek mee. De leeftijd varieerde tussen 25-35 jaar en deelname vond plaats op vrijwillige basis. Aan de proefpersonen werd gevraagd of ze wilden meedoen aan een onderzoek naar hypnotiseerbaarheid in het kader waarvan hun tweemaal een test zou worden afgenomen. vendien werd aangekondigd dat ze na afloop van het experiment geïnterviewd zouden worden over het onderzoek en dat hun uitleg zou worden gegeven over de opzet van het onderzoek en over hypno- * Met dank aan Gerda Methorst voor haar suggesties voor de opzet van het onderzoek, en Jacques Commandeur voor zijn medewerking bij de uitvoering ervan.
De Stanford Hypnotic Clinical Scale 159 se in het algemeen. De proefpersonen werden niet voor hun deelname betaald en ontvingen hiervoor ook geen studiepunten. Metingen Proefpersonen werden at random verdeeld over twee groepen: een groep van negen en een groep van acht personen. Bij de ene groep werd eerst de SHCS en daarna de HGSHS afgenomen. In de andere groep werden de tests in omgekeerde volgorde afgenomen. De HGSHS werd aan beide groepen afzonderlijk aangeboden. Een proefleider nam de schaal af met behulp van een audio-opname en de afnameduur bedroeg ongeveer 55 minuten. De afname werd door twee observatoren van achter een one-way screen gevolgd. De SHCS werd individueel door een proefleider afgenomen, die niet op de hoogte was van de scores van de proefpersonen op de HGSHS. De schaal werd mondeling afgenomen* en de gemiddelde duur bedroeg ongeveer 25 minuten. De afname werd door twee servatoren van achter een one-way screen gevolgd. Beide ren gaven onafhankelijk van elkaar een score voor de vijf items van de schaal. Bij verschil in scoring zou de scoring van de proefleider beslissend zijn. De beide schalen werden op afzonderlijke gelegenheden afgenomen met een maximale tussenperiode van vier weken. Het experiment werd afgesloten met een individueel gesprek waarin met name werd ingegaan op hoe de proefpersonen de SHCS ervaren hadden. Statistische bewerking Gezien het geringe aantal proefpersonen en de doelstelling van het onderzoek is gekozen voor het weergeven van de resultaten in een frequentieverdeling en het berekenen van een correlatie-coëfficiënt (Hays, 1973). 3.3. Resultaten Tussen de twee onafhankelijke observatoren bestond geen verschil in scoring van de SHCS. * De SHCS werd mondeling afgenomen, omdat bij een vooronderzoek bij 5 proefpersonen bleek, dat het stellen van gestandaardiseerde en evt. de vragen m.b.v. een audioband als storend werd ervaren. Dit is in overeenstemming met de onderzoeksresultaten van Johnson & Wiese (1979). Deze auteurs vonden dat een afname van de SHCS m.b.v. een audio-opname significant lagere scores gaf dan een life afname.
160 Dth 2 jaargang 3 mei 1983 De scores van de zeventien proefpersonen op de HGSHS en de SHCS worden weergegeven in diagram I. De rangorde correlatie coëfficiënt tussen de scores op de HGSHS en de SHCS van .92 (p < .001) geeft aan, dat de SHCS een valide maat is voor iemands heid, wanneer een langere gestandaardiseerde onderzoeksschaal als de HGSHS als criterium wordt genomen. Bij diagram I dient het volgende opgemerkt te worden. Bij de proefpersoon, die op de HGSHS hoger scoorde dan op de SHCS is vallend dat ze als enige aangaf de SHCS als dwingender ervaren te hebben dan de HGSHS, waardoor ze eerder geneigd was om zich te verzetten tegen gegeven opdrachten, dan om 'het te laten gebeuren'. Bij de twee proefpersonen, die op de HGSHS lager scoorden dan op de SHCS werd de SHCS als eerste test afgenomen. Beiden hadden hierbij een sterke emotionele reactie in de vorm van een heftige huilbui, de ene proefpersoon bij een hypnotische droom over een recente matische gebeurtenis en de andere proefpersoon tijdens zijn regressie naar een dag op de lagere school die ondanks de gegeven suggestie niet zo leuk bleek te zijn. Deze ervaringen kan bij hen negatieve wachtingen t.a.v. de afname van de HGSHS hebben geïnduceerd. Deze bevindingen zijn in de uiteindelijke schaal en scoring van de SHCS verwerkt. De tekst werd nog eens 'geschoond' van gen die de nadruk leggen op een bewuste inspanning van de cliënt en Diagram 1. Frequentieverdeling scores proefpersonen (N = 17) op de SHCS en de HGSHS. HGSHS SHCS slecht hypnotiseerbaar gemiddeld hypnotiseerbaar goed hypnotiseerbaar slecht hynotiseerbaar * * * Ł * * Ł * Ł * gemiddeld goed hypnotiseerbaar hypnotiseerbaar Ł * * Ł Ł Ł De Stanford Hypnotic Clinical Scale 161 deze werden vervangen door formuleringen die de aandacht meer richten op autonome processen (bijv. niet 'probeer alles op te ken', maar 'ervaar wat bij je opkomt'). Bovendien werd de suggestie voor een hypnotische droom veranderd. De cliënt wordt niet meer gevraagd alles over zijn droom te vertellen, maar zoveel als hij zelf op dat moment wil. De oorspronkelijke directe suggestie impliceert teveel dat de cliënt in de macht is van een therapeut die het volste recht zou hebben op een gedetailleerde beschrijving van de varingen van de cliënt, en houdt geen rekening met de eventuele hoefte van de cliënt om tijdens de toestand van wederzijds wen die hypnose veronderstelt zijn droomervaringen voorlopig voor zichzelf te houden. De scoring van het droomitem is hieraan past. Wanneer de cliënt tijdens hypnose niet op de inhoud van zijn droom wil ingaan, wacht de therapeut met scoren tot na het einde van de zitting.* Een opvallende bevinding is verder dat géén van de 17 nen goed hypnotiseerbaar bleek te zijn, i.c. in staat was de suggestie voor amnesie en posthypnotisch gedrag op te volgen. Amnesie en een posthypnotische respons zijn beide moeilijke items en het is mogelijk dat door het kleine aantal proefpersonen deze fenomenen geen kans kregen om op te treden in onze proefgroep. We komen hier in par. 4 op terug. Een andere mogelijke verklaring die hiermee niet in strijd is, houdt in dat de suggestie voor amnesie en posthypnotisch gedrag in de SHCS - evenals in de HGSHS zo autoritair verwoord zijn, dat het volgen ervan de proefpersoon het onaangename gevoel geeft zich over te moeten geven aan de macht van de proefleider. Reacties van proefpersonen tijdens en na het experiment wijzen in deze richting. Zo glimlachten sommige proefpersonen toen de proefleider tevergeefs een tikkend geluid met zijn pen maakte als posthypnotisch signaal. In tegenstelling tot de eerste drie items roepen de items voor amnesie en posthypnotisch gedrag ongewild associaties aan toneelhypnose op en zijn ze niet in overeenstemming met het beeld van hypnose, in wordt benadrukt dat de proefpersoon van zijn eigen den gebruik maakt om op suggesties te reageren. Hilgard (1982) stelt de volgende oplossing voor deze discrepantie voor. Allereerst kan men de verwachtingen van de proefpersoon zo structureren dat hij in staat zal zijn de suggesties op te volgen door voorbeelden uit het dagelijks leven te geven Bovendien kunnen de * Bij tientallen andere proefpersonen en cliënten bij wie sindsdien door de teurs de SHCS werd afgenomen hebben zich dergelijke sterk emotionele ties in het geheel niet meer voorgedaan. 162 Dth 2 jaargang 3 mei 1983 items zo worden verwoord, dat de verantwoordelijkheid van de voering ervan meer bij de proefpersonen wordt gelegd. De ke Nederlandse bewerking is dienovereenkomstig aangepast. De gende voorbeelden van amnesie en posthypnotisch gedrag uit de gelijkse ervaring zijn in de schaal opgenomen: het aanvankelijk niet kunnen herinneren van dromen en het wakker worden juist vóórdat de wekker afgaat. Deze voorbeelden worden aan de proefpersonen gegeven als voorbereiding op de gelijk daaropvolgende suggesties voor amnesie en posthypnotisch gedrag. Bovendien is het geven van het posthypnotische signaal niet langer in handen van de proefleider. Het aftellen van tien naar één door de proefpersoon zelf is het we posthypnotische signaal waarop de proefpersoon zonder verlies kan kuchen of zijn keel kan schrapen. De reacties van de proefpersonen op de beide heidsschalen zijn niet systematisch onderzocht, maar in de interviews na afloop van het experiment kwam het volgende beeld naar voren. Bijna iedereen waardeerde de afname van de schalen positief, vond het interessant om op deze wijze met hypnose kennis te maken en vond de lichamelijke ontspanning en geestelijke rust tijdens en na de testafname prettig. Vergeleken met de SHCS vonden vele nen de HGSHS te lang duren en te autoritair van stijl. Bovendien porteerden sommige proefpersonen tijdens de afname van de HGSHS negatieve faalangst doordat te moeilijke items te snel moesten den uitgevoerd. Deze reacties zijn grotendeels in overeenstemming met de bevindingen van Franke! et al. (1979) die in de loop van zes jaar in een klinische situatie bij meer dan 300 cliënten verschillende hypnotiseerbaarheidsschalen afnamen waaronder de SHCS en de HGSHS. Concluderende opmerkingen (1) De correlatie van .92 in het hierboven beschreven exploratieve onderzoek tussen de Nederlandse bewerking van de SHCS en de reeds eerder gestandaardiseerde Nederlandse bewerking van de HGSHS maakt aannemelijk dat de SHCS een valide maat is om de mate van hypnotiseerbaarheid te bepalen. Dit maakt de SHCS tot een bruikbaar instrument om in een klinische situatie individuele verschillen in notiseerbaarheid te meten. De SHCS is speciaal voor een tuatie ontworpen, de afnameduur is vrij kort, de stijl van suggesties geven is tamelijk permissief en de schaal bevat geen items die te moeilijk zijn (bijv. hallucinaties), of irrelevant voor hypnotherapie (bijv. uitdagingen). De Stanford Hypnotic Clinical Scale 163 (2) Waarschijnlijk zijn door het kleine aantal van zeventien personen de hypnotiseerbaarheidsscores niet normaal verdeeld. geleken met de verdeling die over het algemeen wordt gevonden bij een ongeselecteerde studentenpopulatie (Hilgard, 1968) zijn er relatief weinig goed hypnotiseerbare proefpersonen. Het is wenselijk de eindelijke versie van de Nederlandse bewerking van de SHCS op tere schaal te valideren en op zijn betrouwbaarheid te onderzoeken. Bovendien verdient het aanbeveling om normgegevens te verzamelen, niet alleen voor studentenpopulaties, maar vooral voor pulaties. (3) Een klinische schaal wordt uiteindelijk geconstrueerd en op zijn psychometrische eigenschappen onderzocht om in een klinische situatie gebruikt te worden. Klinische onderzoekers kunnen van de SHCS gebruik maken om te onderzoeken welke relatie er bestaat sen de mate van hypnotiseerbaarheid, therapeutische strategie en het resultaat van hypnotherapie. Verder kan men met een baarheidsschaal nagaan of er een relatie tussen hypnotiseerbaarheid en psychiatrische diagnose of soort problematiek bestaat. seerde therapeuten kunnen de SHCS gebruiken om een cliënt trouwd te maken met hypnose en informatie te verkrijgen over of en op wat voor manier hypnose kan worden toegepast. Maar evenals andere hypnotiseerbaarheidsschalen is de SHCS niet geschikt om delijke richtlijnen te verkrijgen over de te volgen therapeutische tegie (Spinhoven. 1982). De SHCS is vooral van wetenschappelijk lang, omdat hiermee in onderzoek naar hypnotherapie de mate van hypnotiseerbaarheid van een cliënt op een gestandaardiseerde manier kan worden gemeten. Referenties Duifs, P., H. Elzinga & J. Groen (1972), Meting van hypnotiseerbaarheid bij grote groepen. Amsterdam, Psychologisch Laboratorium. Franke!, F. H., R. J. Apfel, S. F. Kelly, H. Benson, T. Quinn, J. Newmark & R. Malmaud (1979), The Use ofhypnotizability Scalcs in The Clinic: a view After Six Years. Int. J. o[Clin. & Experiment. Hypn., 27, 63-73. Hays, W. L. (1973), Statistics for the Social Sciences. London, Holt, Rinehart & Winston Ine. Hilgard, E. R. (1978). The Stanford Hypnotic Susceptibility Scales as Related To Other Measures of Hypnotic Responsiveness. Amer. J. of C/in. Hypn., 21, 68-83. Hilgard, E. R. (1982), Persoonlijke mededeling. Hilgard, E. R. & J. R. Hilgard (1975), Hypnosis in the Relief of Pain. Los Altos: William Kaufman. 164 Dth 2 jaargang 3 mei 1983 Hilgard, J. R. & E. R. Hilgard (1979), Assessing Hypnotic Responsiveness in A Clinical Setting: A Multi-Item Clinical Scale and lts Advantages over Single-Item Scales. Int. J. ofC/in. & Experiment. Hypn., 27, 134-150. Johnson, L. S. & K. F. Wiese (1979), Life versus Tape-Recorded Assesment of Hypnotic Responsiveness In Pain-Control Patients. Int. J. of C/in. & Experiment. Hypn., 27, 74-84. Morgan, A. H. & J. R. Hilgard (1978), The Stanford Clinical Scale for Adults. Amer. J. of C/in. Hypn., 21, 134-147. Mott, Th. (1979), The Clinical Importance of Hypnotizability. Amer. J. of Clin. Hypn., 21, 263-269. Perry, C., R. Gelfand & Ph. Marcovitch (1979), The Relevance ofHypnotic Susceptibility in the Clinical Context. J. of Abn. Psychol., 88, 592-6o3. Spinhoven, Ph. (1982), Het therapeutisch belang van hypnotiseerbaarheid. Dth. 2 (4), 329-364. Udolf, R. (1981), Handbook of Hypnosis for Professionals. New York, Van Nostrand Reinhold Company. Wadden, T. A.& Ch. H. Anderton (1982), The Clinical Use of Hypnosis. Psychol. Bull., 91, 215-243. Weitzenhoffer, A. M. (1980), Hypnotic Susceptibility Revisited. Amer. J. of Clin. Hypn., 22, 130-146. Nederlandse bewerking Stanford Hypnotic Clinical Scale (SHCS) Inleidende opmerkingen Straks zullen we met een hypnose-oefening beginnen en zal ik je een aantal ervaringen suggereren, die je wel of niet kunt beleven en een aantal gen, die je wel of niet zult uitvoeren. Niet iedereen kan immers dezelfde ringen ondergaan of dezelfde handelingen uitvoeren in een toestand van nose. Mensen verschillen veel van elkaar. Het is belangrijk voor ons om te weten welke ervaringen je kunt hebben, zodat we erop kunnen bouwen en weten op welke manier hypnose het beste door jou te gebruiken zal zijn. Wil je goed onthouden dat je uitsluitend reageert op wat je ervaart en voelt, op die nier kan hypnose op een voor jou zo natuurlijk mogelijke wijze gebruikt den. Inductie Zou je nu je ogen willen sluiten en goed willen luisteren naar wat ik zeg. wijl we verder gaan zul je, als je dat wilt, jezelf steeds meer ontspannen gaan voelen ... je kunt beginnen met je hele lichaam te laten ontspannen ... laat alle spieren maar zwaar worden ... je zult dan in staat zijn om te voelen hoe paalde spieren en spiertjes zich steeds meer gaan ontspannen. Als je op je rechtervoet let, kun je voelen hoe die spieren zich ontspannen." voel hoe de spieren in je rechter onderbeen zich ontspannen." in je rechter bovenbeen De Stanford Hypnotic Clinica/ Sca/e 165 ontspannen ... concentreer je nu op je linkerbeen, op het ontspannen van je linkervoet.." hoe je onder- en bovenbeen steeds dieper ontspannen ... gens zul je in staat zijn om de spieren van je rechterhand te voelen nen, de rechter onderarm en de rechter bovenarm ontspannen ... Wil je nu je aandacht richten op je linkerhand en deze laten ontspannen, laat de onder- en bovenarm maar ontspannen ... En als je dan ontspannen bent, kan je lichaam zwaarder beginnen aan te voelen. Merk hoe de stoel waarop je zit stevig noeg is om je te dragen. Je kunt je er rustig in laten wegzakken." je ders ... nek ... en hoofd, dieper en dieper ontspannen, de spieren van je hoofd en voorhoofd, laat ze maar ontspannen steeds meer. .. En met het verstrijken van de tijd heb je zo'n prettige houding gevonden, dat de ontspanning vanzelf verder toeneemt. En gekoppeld aan deze lichamelijke ontspanning ontstaat een toestand van geestelijke rust. Het wordt nu mogelijk voor je om zorgen te vergeten. Je wordt geestelijk kalm en vredig. Je kunt je steeds prettiger gaan voelen ... Als je wilt kun je je lekker ontspannen voelen terwijl je naar mijn stem blijft luisteren ... Blijf je concentreren op wat ik zeg ... Steeds dieper ontspannen en misschien wat slaperig, maar toch zul je nooit moeite hebben om me te verstaan. Je kunt in deze diepe ontspannen toestand blijven totdat ik je zal vragen om terug te komen ... dadelijk zal ik beginnen te tellen van 1 tot 20 en terwijl ik tel kun je jezelf dieper en dieper voelen wegzakken in een ontspannen en geconcentreerde toestand. Het zal mogelijk voor je worden om allerlei dingen die ik je vraag te doen, dingen die je interesseren en die vaardbaar voor je zijn. Je kunt ze doen zonder de ontspanning die geleidelijk over je is gekomen te verbreken ... Eén - je raakt dieper en dieper ontspannen ... twee dieper en dieper in een toestand van toenemende geestelijke rust... drie-vier dieper en dieper ontspannen ... vijf-zes-zeven je kunt dieper en dieper wegzinken. Niets hoeft je nog te storen. Het kost geen inspanning om alleen maar te luisteren naar de dingen die ik zeg". acht-negen-tien je bent op de helft... diep ontspannen ... elf-twaalf-dertien-veertien-vijftien hoewel je diep ontspannen bent kun je met toch duidelijk horen. Je zult me altijd duidelijk kunnen ren, hoe diep je ook in een ontspannen en geconcentreerde toestand bent... zestien-zeventien-achttien diep ontspannen. Niets hoeft je nog te storen. gentien-twintig helemaal ontspannen. Je kunt op ieder moment gaan verzitten als je dat wilt. Zorg ervoor dat je zo gerieflijk en ontspannen mogelijk zit. Je kunt heel ontspannen zijn en in een prettige geconcentreerde toestand. Terwijl je op je gemak naar mijn den blijft luisteren, zal ik je helpen om meer te weten te komen over hoe ken over iets kan beïnvloeden wat je doet. Ervaar wat bij je opkomt en concentreer je goed op wat ik zeg en denk na over de dingen die ik je suggereer. Laat daarna maar gebeuren, wat gebeurt, zelfs als het je een beetje verrast. Laat het maar gewoon vanzelf gebeuren. Item I (het naar elkaar toe bewegen van de handen) Goed ... dan wil ik je nu vragen om je handen recht voor je uit te houden met Je palmen naar elkaar toe, en ongeveer 30 cm van elkaar. Wacht, ik zal je helpen (pak de handen beet en plaats ze ongeveer 30 cm van elkaar). Nu wil 166 Dth 2 jaargang 3 mei 1983 ik je vragen een kracht voor te stellen, die je handen naar elkaar toe trekt, ze naar elkaar toe trekt. Doe het maar op je eigen manier je kunt denken aan een elastieken band tussen je polsen, die je handen naar elkaar toe trekt, of aan een stel magneten, één in elke hand, die ze naar elkaar toe trekken hoe dichter ze bij elkaar komen, des te sterker wordt de kracht... en terwijl je aan die kracht denkt, die je handen naar elkaar toe trekt, zullen ze ook naar kaar toe gaan, eerst langzaam, maar ze bewegen steeds dichter naar elkaar toe, dichter en dichter naar elkaar toe, alsof er een kracht op ze inwerkt... ze bewegen ... ze bewegen ... steeds dichter en dichter naar elkaar toe. (Nu volgen 10 sec. zonder verdere suggesties; noteer de afmeting van de weging.) Dat is goed. Alles is nu weer zoals vóórdat je je handen recht voor je uit hield. Leg je handen maar weer terug in de prettigste houding en ontspan je. (Score een + als de handen langzaam naar elkaar toe bewegen en niet verder dan 15 cm uit elkaar zijn na 10 sec.) Item 2 (leeftijdsregressie) Er kan zo meteen iets boeiends gebeuren. Als je dat wilt dan kun je zo meteen terug gaan naar een leuke dag op de lagere school. Als je zou kunnen kiezen tussen de derde, de vierde, of de vijfde klas, zou je dan liever naar juist één van deze klassen willen teruggaan? (Bij ja:) welke klas? (Als er geen voorkeur wordt uitgesproken, neem dan de vierde klas.) Goed dan, zou je terug willen denken aan de tijd dat je in de (gekozen) klas zat, en zo dadelijk zou het kunnen gebeuren dat je je gaat voelen alsof je ner wordt en jonger, terug naar de tijd dat je in de (gekozen) klas zat... één, je gaat terug in het verleden. Het is nu niet meer (het huidige jaar) en ook niet (noem een vroeger jaar), noch (noem een nog vroeger jaar), maar veel ger ... twee, je wordt veel jonger en kleiner... je kunt nu zo in de (gekozen) klas zijn, op een leuke dag. Drie, je wordt jonger en jonger, kleiner en kleiner. Dadelijk kun je weer in de (gekozen) klas terug zijn, en dan zul je een ring kunnen voelen precies zoals je dat al eens gehad hebt, op een leuke dag, toen je op school zat. Vier, je bent er nu bijna ... Opnieuw een klein(e) jongen (meisje) in de (gekozen) klas. Je bent er nu zo. Vijf, je bent nu een klein(e) jongen (meisje) op school... Waar ben je? ... Wat doe je? ... Wie is je onderwij- zer of onderwijzeres? ... Hoe oud ben je? ... Wat heb je voor kleren aan? ... Wie is er bij je? ... (Stel indien nodig nog wat aanvullende vragen. Schrijf de antwoorden op.) Mooi zo ... Nu kun je weer groter worden. Je bent niet langer in de (gekozen) klas maar je wordt ouder, terwijl je groter wordt. Je bent nu weer net zo oud De Stanford Hypnotic Clinical Scale 167 als je huidige leeftijd. Het is nu (huidige dag en datum) en je bent (plaats waar de test plaatsvindt). Je bent geen klein(e) jongen (meisje) maar een wassene, die in een stoel zit en diep ontspannen is. (Indien leeftijdsregressie niet beëindigd lijkt te zijn, stel dan de volgende vullende vragen.) Hoe oud ben je? ... En welke datum is het vandaag? ... Waar ben je? ... Prima. Vandaag is het (juiste datum) en je bent (juiste leeftijd) en dit is (naam ling waar cliënt getest wordt). Alles is weer zoals het was. Je kunt gewoon rustig en ontspannen blijven. (Wacht met scoren tot het einde van de zitting.) Item 3 (de droom) Ik vraag je nu ontspannen te blijven en het zou wel eens kunnen zijn dat je een droom krijgt... een echte droom ... net zoals je die 's nachts hebt. Als ik straks stop met tegen je te praten, kun je beginnen te dromen. Ieder soort droom kan komen ... Nu kan het net zijn alsof je in slaap valt, dieper en per in slaap. Je kunt slapen en dan over alles dromen dat in je opkomt. dra ik ophoud met praten kun je beginnen te dromen. Als ik na ongeveer een minuut weer tegen je begin te praten en je bent nog aan het dromen, dan zal de droom stoppen en zul je weer naar me kunnen luisteren zoals je dat tot nu toe gedaan hebt. Als je stopt met dromen voordat ik weer tegen je spreek, zul je in die tussentijd prettig en diep ontspannen kunnen blijven. Ga nu maar slapen, en laat de droom maar komen. (Wacht een minuut, en zeg dan:) Je mag nu ophouden met dromen, maar je kunt je de droom helder en lijk herinneren ... Ik wil je vragen me nu iets over je droom te vertellen, terwijl je diep ontspannen blijft. Vertel me iets over je droom ... vanaf het begin. tel me er zoveel mogelijk over als je op dit moment wilt. (Noteer alles wat cliënt zegt.) (Als cliënt geen droom heeft gehad:) Dat is niet erg, niet iedereen droomt tenslotte. (Als cliënt aarzelt of vaag blijft, vraag dan naar details. Indien cliënt niet op de droom wil ingaan, zeg dan dat hij na afloop van de oefening misschien hierop wil terugkomen.) (Ond.:) Hoe echt was deze droom voor je? (Beëindiging:) Dat was alles over de droom, en je kunt nu net zo diep ontspannen blijven als je de hele tijd al bent geweest. (Score een + als cliënt een ervaring heeft gehad vergelijkbaar met een droom ... niet als er slechts vage vluchtige ervaringen zijn, of alleen maar voelens of gedachten. De droom moet zowel fantasie als enige realiteit bevat- 168 Dth 2 jaargang 3 mei 1983 ten, en niet de indruk geven onder bewuste controle te staan. Wacht met ren indien cliënt tijdens de hypnose niet op de inhoud van zijn droom wil gaan. Vraag in dat geval pas na het einde van de zitting wat zijn ervaringen waren en geef vervolgens een score.) Item 4 en 5 (resp. posthypnotische suggestie en amnesie) Voordat ik straks nog twee dingen van je vraag lijkt het me goed, je er eerst iets over te vertellen. Een mooi voorbeeld is je iets over dromen te vertellen. Iedereen droomt 's nachts, maar meestal vergeet je spontaan de inhoud van je dromen. En dat is vaak maar goed ook, omdat je op zo'n manier zaken kunt verwerken, die je anders nog lange tijd bezig zouden kunnen houden. De gende dag zijn kleinigheden echter vaak voldoende om je je een droom weer te laten herinneren. Door iets van jezelf of uit je omgeving weet je opeens weer wat je gedroomd hebt. Iedereen maakt dit in zijn leven wel eens mee. Straks zal ik je vragen een dergelijke ervaring te hebben door gebruik te ken van dit vermogen om dingen tijdelijk te vergeten. Daarnaast wil ik je ook iets vertellen over het vermogen dat iedereen heeft om zichzelf een opdracht te geven en achteraf te merken dat hij deze vanzelf heeft uitgevoerd zonder er bewust bij stil te staan. Een goed voorbeeld van is dat, als je je om een speciale reden niet mag verslapen, je je wekker zet om dan de volgende morgen te merken, dat je vanzelf wakker wordt vlak voor het afgaan van de wekker. Straks zal ik je vragen iets te doen door bruik te maken van dit vermogen om jezelf een opdracht te geven en deze vervolgens als vanzelf uit te voeren. Terwijl je volledig ontspannen blijft kun je aandachtig luisteren naar wat ik je nu ga zeggen. Straks zal ik je vragen om zelf hardop terug te tellen van 10 naar I. Je zult dan geleidelijk uit deze toestand komen, maar je zult je bij de meeste tellen net zo blijven voelen als je je nu voelt. Als je bij vijf komt kan je je ogen weer openen, maar zul je nog niet helemaal terug zijn. Bij één zul je weer helemaal voelen, zoals je je normaal gesproken voelt. Na de ontspanning en concentratie van deze oefening zul je door het tellen zo'n droge keel gen, dat je na afloop van het tellen een onbedwingbare neiging zult krijgen om je keel te schrapen of te kuchen. Je zult merken dat je het doet, maar je zult je niets meer herinneren van je voornemen om je keel te schrapen of te kuchen, nadat je van 10 tot I geteld hebt en door het ontspannen en door het tellen zo'n droge keel hebt gekregen. Als je straks helemaal terug bent zul je merken dat je net zo ontspannen bent als je 's ochtends kunt zijn bij het wakker worden en dat je moeite zult hebben met het je herinneren van de dingen die ik tegen je gezegd heb en die je gedaan en ervaren hebt... Het zal je zoveel moeite kosten om ze terug in je gedachten te halen dat je er de voorkeur aan zult geven om het maar niet eens te proberen. Het zal veel gemakkelijker zijn om ontspannen te blijven en alles maar gewoon te vergeten, totdat ik zeg dat je je alles weer kunt ren. Vergeet alles maar wat er gebeurd is totdat ik tegen je zal zeggen: 'Nu kun je je alles weer herinneren'. De Stanford Hypnotic Clinical Scale 169 En nadat je terug gekomen bent, zul je je ontspannen en opgefrist voelen. Ik vraag je nu om zelf hardop terug te tellen vanaf 10 en bij 5 kun je je ogen open doen, maar je zult pas bij één helemaal terug zijn ... zul je helemaal terug zijn met je gedachten. Goed, begin maar met tellen. (Wacht na afloop van het tellen enige tijd om te zien of de posthypnotische respons optreedt.) (Als cliënt de ogen open heeft:) Hoe voel je je? Voel je je weer helemaal der? (Als cliënt nog wat suf is:) Dat gevoel gaat zo weg. Je bent nu weer helemaal helder. (Als cliënt de ogen gesloten houdt:) Doe je ogen maar open. Hoe voel je je? (Als cliënt nog wat suf is:) Je wordt vanzelf weer helder. Je bent nu weer zoals gewoonlijk. Nu wil ik je nog wat vragen over je ervaringen stellen. Kun je me in eigen woorden vertellen wat er gebeurd is sinds ik je vroeg je ogen te sluiten? (Schrijf op wat cliënt zegt; als hij aarzelt, zeg dan: 'Verder nog iets?') (Schrijf de antwoorden weer op, totdat cliënt weer aarzelt of stopt.) Wil je goed luisteren naar wat ik je nu zeg: 'Nu kun je je alles weer ren'. Nu verder nog iets? (Schrijf de antwoorden weer op. Herinner cliënt eraan welke items hij ten is, en schrijf deze ook op.) (Score een + als cliënt zich niet meer dan twee items herinnert voordat het geheugen weer hersteld is.) Scoringsformulier Nederlandse bewerking Stanford Hypnotic Clinical Scale (SHCS) Naam cliënt: .................................... . datum: ............................................... . Naam therapeut: ........................... . totale score: ....................................... . Specificatie score Onderdeel Score ( I) het naar elkaar toe bewegen van de handen ( 2) leeftijdsregressie 170 Dth 2 jaargang 3 mei 1983 (3) de droom (4) posthypnotische suggestie (het schrapen van de keel of kuchen) (5) amnesie Totale score aantal items herinnerd: aantal items herinnerd na herstel geheugen: Bijzondere omstandigheden (bijv. medicatie? pijn? motorische handicaps?) Onderdeel (1) Het naar elkaar toe bewegen van de handen beschrijf de beweging: (informeer aan het eind van de zitting naar de ervaring van cliënt als de beweging erg snel is:) noteer een ( + ) als de beweging langzaam is en de handen niet meer dan 15 cm van elkaar zijn aan het einde van de 10 sec. (2) leeftijdsregressie (schooltijd) gekozen klas: waar ben je? wat ben je aan het doen? wie is je onderwijzer(es)? hoe oud ben je? wat heb je aan? wie is bij je? (a) schatting therapeut: geen/matige/goede regressie (b) subjectieve schatting door cliënt (pas na het einde van de zitting bespreken): (lees voor en vraag cliënt of hij dat item wil kiezen, dat het ste zijn beleving beschrijft) (1) ik ben in het geheel niet teruggegaan. (2) ik was aan die tijd aan het denken, maar had geen visuele ervaringen. Score ( 1) De Stanford Hypnotic Clinical Scale 171 Onderdeel Score (3) hoewel ik niet terug ben gegaan, kon ik mezelf toch als een jong kind zien die een vroegere ervaring herbeleefde. (4) ik wist dat ik in werkelijkheid mijn huidige leeftijd had, maar ik voelde me gedeeltelijk alsof ik een ervaring herbe- leefde. (5) ik voelde me echt alsof ik weer net zo oud was als de ge- suggereerde leeftijd, ik heb een vroegere ervaring herbe- leefd. score ( +) als de schatting van de therapeut goed is, of als de cliënt 4 of 5 kiest. (2) (3) De droom beschrijf de droom, of de gerapporteerde gedachten, fanta- sieën etc.: noteer een ( +) als de cliënt een ervaring heeft, die vergelijk- baar is met een droom en niet slechts vage gevoelens, ervarin- gen of gedachten betreft. De droom moet zowel fantasie als enige realiteit bevatten en niet de indruk geven onder bewuste controle te staan. (3) (4) posthypnotische suggestie (het schrapen van de keel of ku- chen) noteer de aard en hevigheid van de respons. (a) schatting therapeut: afwezig/aanwezig/buitengewoon heftig (b) subjectieve schatting door cliënt (pas na het einde van de zitting bespreken als er een respons opgetreden is): U kuchte (of schraapte de keel) gedurende de zitting. (1) herinnert u zich waarom? (2) wist u op dat moment ook waarom? (3) als u zich herinnerde dat ik u gezegd heb dat te doen, waarom heeft u deze suggestie dan uitgevoerd? (4) beschouwt u uw reactie als vrijwillig of onvrijwillig? score een ( +) als schatting therapeut luidt: aanwezig of bui- tengewoon heftig, tenzij cliënt het een vrijwillige respons noemde (4) I 72 Dth 2 jaargang 3 mei I 983 Onderdeel (5) posthypnotische amnesie (a) vertelt u me in uw eigen woorden alles wat er gebeurd is vanaf het moment dat u uw ogen sloot. (noteer de delen in volgorde van opsommen; noteer ook de ving van inductie sensaties etc. Als hij stopt, vraag dan: 'Verder nog iets?' Ga dan door tot hij weer stopt). verder nog iets? (b) Luister nu goed naar wat ik zeg: 'u kunt zich nu weer alles herinneren'. Nu verder nog iets; (Noteer in de volgorde van opsommen) herinner cliënt aan de vergeten onderdelen. Schrijf deze ook op en noteer tevens iedere opmerking die de amnestische ervaring betreft. Scores score ( +) als cliënt zich niet meer dan 2 onderdelen kan herin- ( 5 ) neren voordat het geheugen hersteld is en minstens I onder- deel naar het herstel van het geheugen. Vraag aan het einde van de zitting de subjectieve schatting door cliënt van de onderdelen 2 en 4. Totale score[/fusion_text][fusion_text columns="" column_min_width="" column_spacing="" rule_style="" rule_size="" rule_color="" hue="" saturation="" lightness="" alpha="" user_select="" awb-switch-editor-focus="" content_alignment_medium="" content_alignment_small="" content_alignment="" hide_on_mobile="small-visibility,medium-visibility,large-visibility" sticky_display="normal,sticky" class="" id="" width_medium="" width_small="" width="" min_width_medium="" min_width_small="" min_width="" max_width_medium="" max_width_small="" max_width="" margin_top="" margin_right="" margin_bottom="" margin_left="" fusion_font_family_text_font="" fusion_font_variant_text_font="" font_size="" line_height="" letter_spacing="" text_transform="" text_color="" animation_type="" animation_direction="left" animation_color="" animation_speed="0.3" animation_delay="0" animation_offset="" logics=""] [wpdm_package id="3765"] [/fusion_text][/fusion_builder_column][/fusion_builder_row][/fusion_builder_container]