270 Dth 3 jaargang 2 augustus 1982 rapeut die een intens persoonlijk contact met de individuele den aangaat. De aanwezigheid van een co-therapeut heeft voor hem de functie om na zo’n intens contact weer op meer afstand te komen. Papp beschrijft de manier waarop collega’s achter de doorkijkspiegel de therapeut helpen om op een optimale afstand te blijven. komstig de werkwijze van het team in Milaan vindt gedurende en na de zitting overleg plaats tussen therapeuten en collega’s, die met kaar de te volgen stappen bedenken. Overigens is het de vraag of er gesproken kan worden over de male’ afstand. Wat optimaal is kan per fase van de therapie en, meer nog, per therapeut verschillen. Dit blijkt ook bij het lezen van dit boek, waarin de persoon van de therapeut zo duidelijk naar voren komt. De ene persoonlijkheid is boeiender dan de andere en het ene verhaal is meer de moeite waard dan het andere. SUZETTE BOON-LANGELAAN, psycholoog SJP Dercksen Centrum Amsterdam BEHAVIORISTISCHE RELATIETHERAPIE Neil. S. Jacobson en Gayla Margolin, Marital Therapy. tegies based on social learning and behavior exchange principles. Brunner/Mazel. New York 1979; 415 pag. Prijs:$ 17,50. In de behavioristische gezinstherapie, waarin Patterson de rijkste figuur was, ging het lange tijd alleen om het veranderen van het ‘afwijkende gedrag’ van de aangemelde patiënt. De andere gezinsleden werden op operante conditionering gebaseerde ken geleerd om dat gedrag te ‘verbeteren’. In de loop der tijd werd binnen deze stroming meer aandacht besteed aan de nen tussen alle gezinsleden en de focus werd vooral gericht op de interacties tussen beide ouders. Men ontdekte dat elk van hen gedrag kon vertonen, dat afweek van wat de ander wenselijk achtte. Wilde de therapeut hen helpen dergelijke gedragingen te veranderen, dan was hiervoor de medewerking van beide partners nodig. Zij moesten bereid zijn om het gedrag dat zij bij de ander wenselijk vonden te krachtigen. Zo ontstond een relatietherapie die gebaseerd was op operante conditionering, met als belangrijke techniek het afsluiten van ‘voor wat, hoort wat’-contracten (gedragscontracten). Deze door R. B. Stuart in l 969 geïntroduceerde benadering is in de loop der tijd uitgebreid met het trainen van partners in den als het leren oplossen van problemen en het leren onderhandelen.
Recensies 271 Jacobson en Margolin zijn twee behavioristische ten, die aan deze ontwikkling hebben bijgedragen en de laatse jaren nogal wat van zich hebben laten horen. In hun boek Marital Therapy presenteren zij hun huidige gedragstherapeutische model voor de handeling van partners met relatieproblemen. Hun boek is bestemd voor relatietherapeuten met verschillende achtergronden en ties. In de eerste twee hoofdstukken beschrijven de auteurs hun tisch model, met behulp waarvan zij weergeven hoe relaties tussen partners kunnen stuklopen. Het stuklopen en zich niet herstellen van relaties wijten de vers in de eerste plaats aan het feit dat het de partners ontbreekt aan vaardigheden om het eigen gedrag te veranderen en in de tweede plaats aan een proces van afname van positieve interacties en een name van negatieve interacties. De therapeut dient partners niet alleen inzicht te verschaffen in het effect van het eigen gedrag op dat van de ander, maar hun ook te leren elkaar door bekrachtiging van gewenst gedrag te veranderen. Jacobson en Margolin bespreken in hoofdstuk 2 de verschillen sen hun gedragsmatige relatietherapie en andere benaderingen. Daarbij laten zij zich helaas laatdunkend en ongenuanceerd uit over andere stromingen. In hoofdstuk drie wordt beschreven hoe therapeuten m.b.v. hun model een gunstig klimaat en positieve verwachtingen bij de cliënten kunnen scheppen. In hoofdstuk vier wordt veertig bladzijden lang gezeurd over schillende observatiemethoden en schalen, die notabene niet eens zijn weergegeven. Deze verhandeling stijgt niet uit boven het niveau van een matige doctoraal-scriptie. In dit hoofdstuk wordt duidelijk maakt dat de taxatiefase naar de mening van de schrijvers zeer vangrijk dient te zijn. Hoofdstuk vijf beschrijft hoe de auteurs hun cliënten motiveren om als partners samen te werken en de aanwijzingen van de therapeut te accepteren. Verschillende motivatietechnieken worden geïllustreerd met voorbeelden van een enthousiaste en overredende benadering. In hoofdstuk zes en zeven worden de twee belangrijkste lingsdoelen in relatietherapie beschreven, nl. (a) een toename van gedragingen bij de partners die gewenst drag van de ander bekrachtigen (belonen); en (b) een toename van het probleemoplossend vermogen van de ners. In deze hoofdstukken wordt uitgebreid aandacht besteed aan het
272 Dth 3 jaargang 2 augustus 1982 weer leren aardig voor elkaar te zijn, het samen opnieuw ondernemen van plezierige activiteiten, het leren empatisch luisteren naar en denken met elkaar. In hoofdstuk zeven wordt een duidelijke handleiding geboden voor effectief probleem-oplossen voor paren. Hoofdstuk acht biedt een boeiende discussie over de zin dan wel overbodigheid van het gebruik van gedragscontracten. Hoofdstuk negen vind ik het beste hoofdstuk van dit boek. Hier worden behandelingsstrategieën geschetst voor een aantal veel komende probleemgebieden zoals seksuele moeilijkheden, men met kinderen, depressie, mishandeling, jaloezie, ke relaties, uiteengaan en echtscheiding. In hoofdstuk tien wordt de empirische status van de sche, congruente relatietherapie beschreven. Na een overzicht van de methodologische eisen, zoals betrouwbaarheid en validiteit van de metingen, externe validiteit, uitsluiting van de werkzaamheid van specifieke factoren en het gebruik van controle-groepen, worden een aantal onderzoeken besproken. De meeste studies hebben betrekking op relatietherapieën met paren die betrekkelijk weinig problemen hebben. Een uitzondering hierop vormt Jacobson die bij een tie met ernstiger huwelijksproblemen en minder Y A v Is-kenmerken een onderzoek deed naar de effectiviteit van o.m. training in bleem-oplossen. Hij is bescheiden bij de uitleg en generalisering van zijn positieve bevindingen. De schrijvers stellen vast dat er (nog) geen empirische basis is om te concluderen dat gedragstherapie tiever is dan andere vormen van behandeling van relatieproblemen. Niettemin is, volgens hen, relationele gedragstherapie tot op heden de enige vorm van therapie waarvan effectiviteit is aangetoond. Hoofdstuk elf bestaat uit twee gevalsbesprekingen en geeft de schillende werkwijzen en het verschil in niveau aan tussen beide schrijvers. De gevalsbeschrijving van Margolin toont duidelijk hoe het niet moet, de therapie van Jacobson is een genot om te lezen. In Margolins therapie wordt, na een onduidelijke taxatieperiode in tien (meer kon niet) zittingen een programma afgewerkt om te ‘leren weer aardig op elkaar te reageren’. De structuur van het huishouden, in beide partners elkaar nauwelijks ontmoeten, is dringend aan dering toe, maar daaraan wordt niets gedaan. Na enige tijd is er dan ook sprake van volledige terugval. In de gevalsbeschrijving van J acobson zullen vele directieve tietherapeuten zichzelf herkennen. Op het cruciale moment van een ernstige vertrouwenscrisis in de relatie intervenieert hij op een terende manier. Hij noemt de gevoelens van wantrouwen van de ene partner begrijpelijk en benoemt het weinig vertrouwenwekkend ge-
Recensies 273 drag van de ander als een teken van angstige hoop, inzet en kenheid. Na deze positieve etikettering gaan de partners en de peut intensief verder met het oplossen van de problemen. Conclusie Soms voortvarend, soms wijdlopig behandelen de schrijvers te klinische en sociaal wetenschappelijke onderwerpen. Van het sche deel zijn, naast een gevalsbeschrijving, m.n. de hoofdstukken over motivering van cliënten, training in probleem-oplossen, dragscontracten en de behandelingsstrategieën voor verschillende problemen zeer de moeite waard. De hoofdstukken over de procedures en het partners leren weer aardiger op elkaar te reageren zijn nogal zwak, wat geïllustreerd wordt door de beschrijving van een mislukte therapie waarin de laatste procedure een centrale plaats nam. De eenheid in het boek blijkt een schijneenheid te zijn, gegeven de sterke niveauverschillen tussen de hoofdstukken op klinisch, tenschappelijk en onderwijskundig gebied. Het ligt voor de hand dat de verschillende achtergronden van de schrijvers hiervoor de ring vormen. Desondanks is Marital Therapy een waardevol boek voor therapeuten en voor gedragstherapeuten een ‘must’. FRIEDA AELEN, psycholoog, Amsterdam DIRECTIEVE GEZINSTHERAPIE MET OUDEREN John J. Herr and John H. Weakland, Counseling Elders and Their Families. Springer Publishing Company, New York, (1979); 308 pag.;$ 20.80. (Ned. vert.: Problemen van het ouder worden. nieken voor de praktijk. Van Loghum Slaterus, Deventer, (1981); 365 pag.;/ 58,50. John J. Herren John H. Weakland zijn twee leden van de Palo groep, waartoe onder meer Paul Watzlawick, Don D. Jackson, chard Fisch en Carlo Sluzki gerekend kunnen worden. Herr is in Nederland niet bekend. Weakland heeft echter een gedegen invloed op het psychotherapeutisch denken uitgeoefend. Met name door zijn medewerking (samen met Bateson, Jackson en Haley) aan de keling van het ‘double bind’-begrip en de publikatie van ‘Het kan ders’ (geschreven met Watzlawick en Fisch).