Jaargang 13 (1993)
Nummer: 4
Artikel: 393

Icoon

DT-13-4-393.pdf 533.88 KB 498 downloads

Eetstoornissen ...

J. Norré en W. Vandereycken (1993). Ambulante behandeling van eetstoornissen (Praktijkreeks Gedragstherapie). Houten/Zaventem: Bohn Stafleu Van Loghum, 87 p.

In april van dit jaar heeft uitgeverij Bohn Stafleu Van Loghum de primeur uitgegeven van de nieuwe Praktijkreeks gedragstherapie, een opvolger van het inmiddels afgeronde Handboek gedragstherapie .

Ambulante behandeling van eetstoornissen van J. Norré en W. Vandereycken is een verfrissend boekje voor hulpverleners die werken met patiënten die lijden aan anorexia of boulimia nervosa. Zowel in vormgeving als in opbouw is het boekje zeer toegankelijk. Uitgangspunt zijn de diagnostische criteria van anorexia en boulimia, zoals deze worden voorgesteld voor de komende DSM–IV. Op beknopte wijze wordt vervolgens aandacht besteed aan bijzonderheden waar de therapeut bij de diagnostiek en behandeling op bedacht moet zijn. De auteurs geven hierbij een duidelijke beschrijving van boulimia nervosa en de afbakening hiervan ten opzichte van niet–patholigische vreetbuien en andere psychische of organische pathologie die met eetbuien gepaard kan gaan.

In het hele boek zijn de gepresenteerde tabellen, met vragen aan de patiënt en met beslisbomen voor de therapeut, inzichtelijk en direct toepasbaar in de praktijk. In de appendix is een aantal vragenlijsten opgenomen die al zijn voorzien van richtlijnen voor codering bij eventueel computergebruik.

Hoewel er legio gedragstherapeutische literatuur bestaat over de behandeling van eetstoornissen, wijzen de auteurs er terecht op dat de kwaliteit van vele studies en ook het therapieresultaat op langere termijn vaak te wensen over laat. Zelf presenteren zij een ‘multidimensionele benadering’ die een goed handvat biedt voor de therapeut, die dreigt te verzanden in de complexe problematiek van patiënten met anorexia en boulimia.

Aan de hand van casuïstiek die als een rode draad door het boekje loopt, worden functionele analyses opgesteld en werkhypothesen geformuleerd die op logische wijze uitmonden in concrete therapie–doelstellingen en een duidelijke behandelcontract.

Een centrale plaats hebben de motivering van de patiënten en de drie niveaus waar de therapeut zich op zou moeten richten, te weten eetgedrag/gewicht, zelfbeleving en sociale interacties. Daarnaast geven de auteurs concrete handige tips voor de valkuilen die je bij de behandeling van eetstoornissen kunt tegenkomen en voor de grenzen van de therapeut in een ambulante setting.

Het leuke van de door Norré en Vandereycken beschreven multidimensionele benadering, zit misschien wel in het feit dat de therapeut zowel op de inhoud van de klacht (vergeefse strijd om controle te krijgen) als op de functie (streven naar zelfacceptatie en acceptatie door anderen) weet te interveniëren door al in het eerste contact een modelfunctie op zich te nemen. De therapeut biedt gestructureerde informatie aan over wat de patiënt wel en niet van de therapie kan verwachten; de patiënten krijgen toenemend controle naarmate zij het engagement in de therapie aangaan.

Icoon

DT-13-4-393.pdf 533.88 KB 498 downloads

Eetstoornissen ...