recensies Een handboek en een handleiding voor cognitieve therapie C. Perris, I.M. Blackburn, & H. Perris (red.) (1988). Cognitive psychotherapy; Theory and practice. Berlin: Springer Verlag. 422 p. K. Hawton, P.M. Salkovskis, J. Kirk, & D.M. Clark (red.) (1989). Cognitive behaviour therapy for psychiatrie problems. Oxford: Oxford University Press. 456 p. In beide boeken worden Albert Ellis en Aaron Beek aangewezen als diegenen die de aanzet gaven tot de ontwikkeling van de cognitieve gedragstherapie, waarvan in beide boeken verslag wordt gedaan. Meer precies wordt Ellis aangewezen als degene die het (RET) had ‘uitgevonden’ en Beek als degene die het cognitieve gezichtspunt respectabel maakte met zijn behandeling van depressie. Vervolgens verdwijnen de bronnen van cognitieve therapie aan de historische einder, waar de Grieken het ook al bedacht hadden. Dat de ren en de Chinezen al veel vroeger een bijdrage leverden wordt loops ook nog vermeld. Het karakter van beide boeken verschilt op veel punten. Cognitive psychotherapy wordt door de redacteuren een handboek genoemd, terwijl Cognitive behaviour therapy een praktische gids moet zijn. Het laatste boek, de gids, is een geslaagde poging van de psychologen en psychiaters in Oxford, bijgestaan door enkele sympathisanten, om hun therapeutisch denken en handelen over te dragen op andere therapeuten. Het handboek Cognitive psychotherapy is een wat vreemd samenraapsel van beschouwingen over cognitieve (gedrags) therapie. Er is wel enige overlap met het boek uit Oxford. Salkovskis schrijft in beide boeken over obsessief-compulsieve stoornissen. Deze hoofdstukken verschillen een beetje van elkaar, maar zijn beide onmiskenbaar helder en ‘Oxfords’. Een blik in de literatuurlijst achter in het boek uit Oxford leert dat Salkovskis dat onderwerp al meer dan zeven maal in hoofdstukken heeft behandeld. Daaruit mag blijken dat er veel vraag is naar zijn verhalen over de cognitieve aanpak. Wat is de inhoud van de boeken? Cognitive psychotherapy; Theory and practice bestaat uit zeventien hoofdstukken van wisselende te. Na een historische beschouwing, waarbij ook de plaats van tieve therapie in relatie tot andere therapieën wordt beschreven, volgen twee algemene hoofdstukken; een over de analyse van nisstructuren en een over ‘attachment’ en cognitie. In het hoofdstuk
360 Dth 4 jaargang r r november 1991 over betekenisstructuren komt de informatieverwerking ter sprake, en dat gebeurt ook in het vierde hoofdstuk. In de andere stukken vinden we amper iets terug van de grondslagen die in de eerste vier hoofdstukken werden beschreven. Van de overige stukken gaan er zes over depressie, twee gaan over angst en paniek en telkens een over persoonlijkheidsstoornissen, bulimia, psychosen en obsessief-compulsieve stoornissen. Verder is er een hoofdstuk over training van therapeuten en één over een specifieke thode. Een handboek is Cognitive psychotherapy zeker niet. De opzet is daarvoor te fragmentarisch. Er wordt niet systematisch en weinig grondig ingegaan op grondslagen en theorie. De praktische stukken, het leeuwedeel van het bock, vertonen veel overeenkomsten met het boek uit Oxford. In Cognitive psychotherapy werd echter geen systematische indeling van klachten of diagnosen gevolgd. Het resultaat is ‘veel depressie en enkele andere onderwerpen’. De praktische gids uit Oxford geeft precies wat wordt beloofd. Een korte inleiding over grondslagen en daarna een hoofdstuk over diagnostiek. Vervolgens hoofdstukken over: angst, fobieën, dwang, depressie, somatische problemen, eetstoornissen, chronisch trische handicaps, relatieproblemen, seksuele dysfuncties, en bleem oplossen. De hoofdstukken kregen eenzelfde structuur: (r) aard van het probleem, (2) modellen, en (3) diagnostiek en ling. Het valt mij op dat de auteurs praktische zaken uitstekend leggen. Dat geldt voor beide boeken. De groep uit Oxford geert een eenvoudig model dat gemakkelijk door therapeuten kan worden overgenomen. Moet u de boeken kopen? En wat erger is: moet u ze lezen? Bij kopen weegt niet alleen de kwaliteit maar ook de prijs. Het waardige is dat in dit geval de prijs/kwaliteit-verhouding gunstig uitvalt. Het goedkoopste boek, Cognitive behaviour therapy, de gids uit Oxford, is een paperback. Cognitive psychotherapy is een den uitgave, en daardoor meer dan twee keer zo duur. Als therapeut moet u het boek uit Oxford lezen. Cognitive psychotherapy is dan vanwege de overlap eigenlijk overbodig. Dat is dus een meevaller; u hoeft maar de helft van het leeswerk te doen. WAL TER EVERAERD, Hoogleraar klinische psychologie Universiteit van dam.