Jaargang 10 (1990)

398 Dth 4 jaargang 10 november 1990 over de kenmerken van boulimie en over mogelijke valkuilen in de therapie. Therapeuten die enige ervaring hebben met deze patiënten en mensen die meer in onderzoek geïnteresseerd zijn zal dit boek waarschijnlijk minder aanspreken. A l\K BEJ\NER —– S. Moorey & S. Greer, Psychological therapy for patients with cancer: A neir approach. Heinemann Professional, Oxford. 233 p.,/52,60. Dit bock beschrijft een therapie voor kankerpatiënten, die erop gericht is de aanpassing van patiënten aan hun ziekte en aan het leven na hun ziekte te verbeteren. De auteurs spreken van ‘Adjuvant Psychological Therapy’, waarmee zij duidelijk willen maken dat deze therapie een aanvulling op de standaardbehandeling van kanker zou moeten zijn. Zij constateren dat de aandacht van de medische schap uitsluitend uitgaat naar mogelijkheden om kanker te leven. Zelf stellen zij dat behandeling van kanker méér is dan het verwijderen van de tumor en het uitschakelen van tumorcellen. dacht voor de kwaliteit van iemands leven na een dergelijke ling zou een rol moeten spelen wanneer besloten wordt tot bepaalde ingrijpende medische procedures. Het boek bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt geschetst hoe psychologische en psychosociale aspecten van invloed kunnen zijn op de aanpassing aan kanker. Cognities zijn volgens de auteurs van doorslaggevend belang bij aanpassing aan kanker. Waardering, interpretatie en evaluatie door een patiënt van aspecten rond kanker zijn bepalend voor zijn reactie op de ziekte. Op grond van een schatting van de stress rond de ziekte en van eigen vermogens met deze stress om te gaan, ontwikkelt de patiënt een bepaalde manier van aanpassen aan de ziekte. De auteurs noemen vijf manieren van aanpassen die frequent voorkomen: een vechtersmentaliteit, kenning, fatalisme, hulpeloosheid en rumineren. Met name bij sen met kanker in een vroeg stadium, zonder uitzaaiingen, werd een positief verband gevonden tussen vechtersmentaliteit en een gunstig verloop van de ziekte. Hierdoor geïnspireerd hebben de auteurs een vorm van psychotherapie ontwikkeld, waarin mensen die geneigd zijn tot fatalisme, tobben en hulpeloosheid, een vechtersmentaliteit wordt bijgebracht. Achtergrond van de therapie vormt de theorie over cognities van Beek.

recensies 399 In het tweede deel beschrijven de auteurs uit welke onderdelen de ‘Adjuvant Psyehological Therapy’ (APT) bestaat. APT wordt volgens een gestructureerd protocol uitgevoerd. Per zitting wordt besloten aan welk probleem gewerkt wordt. De zittingen verlopen min of meer volgens een vaste structuur. De gehele therapie vergt zes tot twaalf wekelijkse zittingen van een uur. Het doel van de A PT is de kwaliteit van leven van de patiënt te verbeteren en zijn wil om te overleven te versterken. Patiënten leren gebruik te maken van de mogelijkheden die zij, ondanks hun ziekte, tot hun beschikking hebben. Zij leren hoe hun gedachten hun gevoelens kunnen vloeden en hoe zij irrationele verwachtingen kunnen vervangen door rationele. Aan de hand van huiswerkopdrachten testen patiënten bepaalde verwachtingen die zij hebben op hun waarde. Er wordt een scala aan cognitief-gedragstherapeutische technieken beschreven die tijdens de behandeling gebruikt kunnen worden: feningen, progressieve spierontspanning, assertiviteitstraining, municatietraining, uiten van negatieve gevoelens, opstellen van een activiteitenlijst, afleiding, imaginaire exposure, imaginatie-oefeningen. De technieken worden beknopt, maar duidelijk beschreven. De lezer krijgt zo in kort bestek een overvloed aan bruikbare technieken voorgeschoteld. De bruikbaarheid van de verschillende technieken wordt veelal geïllustreerd aan de hand van een casus. Wel blijft onduidelijk wanneer in het algemeen de betreffende technieken ten worden aangewend. Dit boek kan gezien worden als praktische handleiding voor een cognitief-gedragsmatige therapie voor kankerpatiënten. Daarnaast bevat het informatie over mogelijkheden voor kankerpatiënten zich beter aan hun ziekte aan te passen. Het is zonder meer de moeite waard voor iedereen die met kankerpatiënten te maken heeft. Als behandelingsprotocol lijkt het mij echter alleen voor geoefende peuten geschikt, met theoretische voorkennis en praktische ervaring. CHIQUIT VAN LINDEN VAN DEN HEUVELL C. 0. Simonton, S. Matthcws-Simonton & J. L. Craighton, Op weg naar herstel; een kans om te over/eren. Zesde druk, 1988. Nijkerk: Uitgeverij Intro, 223 p.,/ 32,50. Kanker is een ziekte waarvan de oorzaken onbekend zijn. Met raties, chemotherapie en bestraling wordt geprobeerd de woekering van cellen tot staan te brengen, maar ondanks de successen die bij