Jaargang 6 (1986)

recencies 269 voor directieve therapeuten ook interessant wegens de strategie die de hakim of mulla daarin toepast. Is het volgende haal bijvoorbeeld niet een fors staaltje van de ‘welwillende ving’? ‘Een sultan was op een schip met een van zijn bedienden. De diende, die nog nooit een zeereis had gemaakt en zelf de kust nooit eerder had gezien, zat in de lege buik van het schip en krijste, schreeuwde, trilde en jammerde. Iedereen was aardig voor hem en probeerde hem te kalmeren, maar die vriendelijkheid bereikte slechts zijn oren, niet zijn bange hart. De sultan kon nauwelijks meer tegen het schreeuwen van zijn bediende, en de reis over het blauwe water en onder de blauwe lucht was voor hem geen genoegen meer. Toen sprak de wijze hakim, de dokter, hem aan en zei: ‘Uwe hoogheid, met uw permissie ik kan hem kalmeren’. Zonder aarzelen gaf de sultan zijn toestemming. De hakim beval dat de zeelieden de bediende overboord gooiden, en de zeelieden deden dat met deze huilebalk maar al te graag. De de sloeg in het water om zich heen, hapte naar lucht, klampte zich vast aan de zijkant van het schip, en smeekte weer aan boord te gen. De zeelieden trokken hem aan zijn haren aan boord. Vanaf dit moment zat hij rustig in een hoek. Niemand hoorde een ander woord van vrees uit zijn mond komen. De sultan was verbaasd en vroeg de hakim: ‘Welke wijsheid ligt aan deze actie ten grondslag?’ De hakim antwoordde: ‘Hij heeft nooit het zout van de zee proefd. En hij wist niet hoe groot het gevaar was in het water. om kon hij ook niet weten hoe geweldig het is de stevige planken van het schip onder zich te hebben. Slechts hij die tegenover gevaar heeft gestaan, kan de waarde van vrede en kalmte kennen. U, die altijd noeg te eten heeft, kent de smaak van het gewone brood niet. Het meisje dat volgens u niet aantrekkelijk is is mijn geliefde. Er is een verschil tussen degene die zijn geliefde naast zich heeft en degene die vol verwachting naar haar komst uitziet’. De moraal van deze bespreking is duidelijk: wie van verhalen houdt en ze graag gebruikt in therapie, zal aan dit – nu een niet dure – boekje veel genoegen beleven. ONNO VAN DER HART G. F. Wagstaff, Hypnosis, compliance and belief Harvester Press Limited, Brighton, 1981. 262 blz. Prijs: $26.-. De auteur van dit boek geeft een kritische analyse van onderzoekin-

270 Dth 3 jaargang 6 augustus 1986 gen, waarin beweerd wordt dat hypnose op een unieke manier tot soms dramatische effecten leidt. Vanuit een peutische en roltheoretische achtergrond probeert Wagstaff tisch reageren te verklaren op grond van compliance en geloof. dens hypnose zouden de meeste personen zich gedragen zoals ze ken dat van hen verwacht wordt zonder dat ze echt geloven in wat ze doen (compliance). Voor een kleine minderheid geldt bovendien dat ze geloven dat hun reacties authentiek zijn, omdat ze die ten onrechte toeschrijven aan de werking van hypnose (belief). Teneinde deze monolithische visie op hypnose empirisch te bouwen bespreekt de auteur vele sociaal psychologische en mentele hypnose onderzoekingen aangaande compliance, zaamheid, conformiteit, demand characteristics en attributieprocessen (hfdst. I t/m 4). Hierna volgt een gedegen, prikkelende, maar soms vrij selectief overzicht van onderzoekingen, waaruit geconcludeerd kan worden dat hypnotische fenomenen (bewust) worden leerd (hfdst. 5 t/m 7). Hoofdstuk 8 en 9 zijn gewijd aan tische toepassingen van hypnose, met name bij pijnklachten. In deze bespreking is soms onduidelijk of Wagstaff bedoelt dat in rapie cliënten uitsluitend simuleren te verbeteren, of dat zij echt beteren, zonder dat deze verbetering (volgens hem) mag worden geschreven aan hypnose. In het slothoofdstuk IO concludeert hij dat er geen fenomenen bestaan die uniek zijn voor hypnose en dat de verschijnselen die zich in een hypnotische situatie voordoen afdoende verklaard kunnen worden vanuit het samenspel tussen situationele compliance factoren en de attitude en opvattingen van het subject aangaande ‘hypnose’. Concluderend: Dit boek is niet bedoeld voor therapeuten die voornamelijk geïnteresseerd zijn in de praktische toepassing van nose. Het boek wordt wel aanbevolen aan hen die de argumenten willen kennen voor een visie op hypnose als het induceren van ciaal gewenst gedrag en onjuiste attributies. PHILIP SPINHOVEN