Jaargang 7 (1987)

80 Dth I jaargang 7 februari 1987 M. F. Weiner, Practical Psychotherapy. Brunner/Mazel, New York, 1986. $ 41.00. Weiner beoogde met dit boek een handleiding te schrijven voor chodynamisch georiënteerde therapeuten die in korte tijd patiënten van hun klachten willen afhelpen. Ondanks de goede bedoelingen komt dit toch niet goed uit de verf. Voor psychodynamisch teerde lezers kan dit boek zeker als een ‘eye opener’ werken, maar willen zij dergelijke meer directieve procedures in de praktijk sen, dan kunnen zij toch beter enige gedragstherapeutische ken lezen. Voor gedragstherapeuten en directieve therapeuten bevat dit boek weinig nieuws, of het moet zijn dat es de afkorting is van conscious en ucs van unconscious. De auteur staat een eclectische benadering voor en maakt scheid tussen interventies op 3 niveaus: ‘repressive’ (gedragstherapie/ directief), ‘ego-supportive’ (experiëntieel/gedragstherapie) en ve’ (psychodynamisch), waarbij met name het onderscheid tussen de eerste twee modaliteiten nogal vaag blijft. Evocatieve therapie is nog steeds het neusje van de zalm, waar helaas niet iedereen aan toe is. Voor deze kneusjes zijn de ‘repressive’ en ‘ego-supportive’ therapieën bedoeld. Overigens bevat het boek een aantal praktische suggesties, die in andere boeken op dit gebied van de psychotherapie vaak node gemist worden. Het beeld, dat ik van de auteur krijg, is dat van een peut die half op de bank ligt, maar probeert met beide benen op de grond te staan; een wat ongemakkelijke houding. P. M. G. EMMELKAMP Hoogleraar klinische psychologie & psychotherapie RU Groningen S. Schagen, De praktijk van de psychotherapie. Van Loghum Slaterus, Deventer, 1985. In 1980 werd een kamermotie aangenomen waarin de regering werd gevraagd: ‘ … een breed onderzoek te doen instellen naar de effecten van psychotherapie en de voorwaarden waaraan zij zou moeten doen’. Dit boek is een helder geschreven verslag van dat onderzoek, dat werd uitgevoerd als een gezamenlijk project van het NCGV en de Vakgroep klinische psychologie van de UVA. In de eerste twee hoofdstukken zet Schagen uiteen wat de lezer