Jaargang 9 (1989)

discussie Van Marle Weet Het Kees van der Velden Het Tijdschrift voor Psychotherapie van november 1988 bevat een opmerkelijke bijdrage van H. J. C. van Marle, getiteld ‘Klinische psychotherapie in een justitiële inrichting’. 181 Volgens de personalia is de heer Van Marle geneesheer-directeur van de Dr. S. van Mesdagkliniek in Groningen. De Van Mesdagkliniek mag wel van harte gefeliciteerd worden met deze directeur, want hij is beslist geen domme jongen! Ik ga dit aantonen. Van Marle illustreert zijn betoog met een gevalsbeschrijving. De heer A, een jaar of dertig oud, verblijft met een TBR in de Van Mesdagkliniek omdat hij zich meerdere malen aan verkrachting schuldig heeft gemaakt. Een leuke man is de heer A volgens de beschrijving niet. Hij ‘( … ) laat zich zien als een man die via somatische klachten contacten met anderen afdwingt door hen voor zich op te eisen om zijn problemen te bespreken.’ Als bijzonderheid vermeldt Van Marle: ‘( … ) hij draagt altijd de nieuwste sportieve mode ( … ), maar is tegelijkertijd spaarzaam in zijn contacten.’ Goh, denkt de lezer, dat dit nou juist tegelijk moet gebeuren!, maar ik moet nog vertellen dat Van Marle meer een geneesheer-directeur dan een schrijver is. A’s vader was lokettist. ‘Deze overleed vrij snel aan kanker toen betrokkene drie jaar was.’ De precieze snelheid wordt niet vermeld. A werd door zijn moeder verwend en hij ‘was dominerend en nend naar haar toe’. Op zijn 23ste kreeg A een vriendin. Het lukte hem niet haar steeds trouw te blijven en er waren ruzies. Deze ruzies vormden voor hem aanleiding zich aan verkrachtingen schuldig te maken. De heer A bedreigde zijn slachtoffers met een mes. De medewerkers van de Van Mesdagkliniek stonden in dit geval voor de moeilijke vraag: Hoe moeten wij dit gedrag verklaren? Mijn antwoord zou zijn: ‘Ik weet het echt niet.’ Hoe anders en hoeveel imposanter is het antwoord van Van Marle! ‘De enactment verloopt hier als volgt:’, zo schrijft hij, ‘moeder maakte het kind angstig doordat zijzelf angstig was (door het verlies vader).’ Dit bedoel ik nu met knap. Maar het is nog maar een begin van knap.

182 Dth 2 jaargang 9 juni 1989 Waartoe de jubelzang van de merci leidt, weten wij niet, of het regiem van Leopold Mozart ten slotte toch gunstig is geweest voor de zoon, weten wij niet en naar de gevolgen van de loop der sterren kunnen wij slechts gissen, maar Van Marle weet precies waartoe de angsten van de moeder voor de jeugdige heer A leidden: ‘Dit was een inbreuk op (c.q. krenking van) zijn narcisme en via het chanisme projectieve identificatie kwam hij ertoe haar te overstelpen met zowel libidineus als agressief beladen emoties.’ Alstublieft. Het nut van de appendix moge duister zijn, de zin van de Tweede Wereldoorlog mag ons ontgaan. het nut van de muziek zal wel een raadsel blijven, maar Van Marle weet wel precies welk nut dit stelpen’ had: ‘Op die manier hield hij de situatie in regie waardoor een bevredigend samenzijn volgde: ”Als ik moeder tot overgave (i.c. kalmte) dwing, kan ik ook weer rustig zijn”.’ Deze beschrijving gaat verder dan een ooggetuigcverslag. Het is of Van Marle indertijd een kijkje in het hoofd van ‘betrokkene’ heeft mogen nemen! En wat blijkt nu? ‘Hetzelfde verloop wordt bij de verkrachtingen teruggevonden.’ Als dit geen ontdekking is! ‘( … ) angst en boosheid worden geprojecteerd en leiden weer tot identificatie, waarna een overweldiging plaatsvindt met zowel sieve als seksuele componenten.’ Dit klopt precies’ Bij een diging met alleen maar seksuele componenten zou je eerder aan een vrijage denken. en bij een overweldiging met alleen maar agressieve componenten komen toch al gauw begrippen als mishandeling in gedachten. ’t Is dus net wat Van Marle zegt, ’t is bij verkrachting van allebei wat. Wat zou er in de heer A omgaan, na zo’n ting? Misschien: “t Ging de vorige keer Of: ‘Ik moet van deze stompzinnige gewoonte af zien te komen”? Of: ‘En nou een koude pils!’? Allemaal fout. ‘Via de projectieve identificatie wordt vervolgens een symbiotische geruststelling bereikt. dat wil zeggen het narcisme is hersteld.’ Zo is het maar net! (En nu niet doen of U dit wel gedacht had!) Wij weten niet waarom sommige vrouwen het voedsel binnen houden en anderen het uitbraken, het is een geheim waarom de ene man gelukkig wordt met zijn levensgezellin terwijl de andere maar tobt, wij hebben er geen idee van hoc het kan dat de ene mens wil slapen met de andere – laat staan dat wij verkrachtingen zouden kunnen verklaren. De graad van deskundigheid van een Van Marle is voor ons dus niet weggelegd.