recensies 185 Schizofrenie komt in het volgende deel in twee hoofdstukken aan bod, gescheiden naar inpatient- en outpatient-behandelingen. lend is dat het begeleiden van de gezinnen van schizofrenen alleen schreven wordt in combinatie met inpatient-behandeling, terwijl het zich toch zeer goed leent voor toepassing in outpatient programma’s. Kennelijk heeft de research-traditie waaruit deze programma’s komen invloed op de setting waarin ze worden toegepast. Het laatste deel van het boek is een allegaartje, dat men in elk handboek op de een of andere manier wel aantreft: over teit, sekse-rolverschillen, studie- en werkproblemen (zwak stuk), ouder worden, seksuele afwijkingen, psychoseksuele dysfunctie en relatieproblemen (oude kost). Conclusie: Dit handboek behandelt een zinnige collectie pen, waarbij het prettig is dat deze zijn gerangschikt naar bied en niet naar technieken. De meeste hoofdstukken geven in kort bestek een alleszins begrijpelijk overzicht en zijn zeer leesbaar. Als zodanig is het boek bruikbaar voor opleidingen, al zal de hoge prijs wel leiden tot veel fotokopiëren. Misschien is het wel meer geschikt voor de praktiserende therapeut, die het kan gebruiken als een slagwerk. Jammer vind ik dat bijna alle onderwerpen volledig den behandeld in de sfeer van de rationele, probleemoplossende nadering. Wat dat betreft kan de huidige gedragstherapie nog steeds wat leren van de directieve therapie met haar aandacht voor tionele factoren en paradoxale strategieën. Gelukkig maar. ALFRED LANGE Leon F. Seltzer, Paradoxical Strategies in Psychotherapy, a Comprehensive Overview and Guidebook. Wiley, New York, 1986, 323 blz. Leon Seltzer is van origine hoogleraar Engels die later psychologie is gaan studeren. Op beide terreinen heeft hij veel gepubliceerd. menteel heeft hij een privé praktijk als psycholoog. De denis duidt op veelzijdigheid en op taalvaardigheid. Beide vindt men in het boek terug. De veelzijdigheid uit zich in de aandacht die er is voor de diverse stromingen binnen de Westerse psychotherapie. De opvattingen over paradoxen zoals die bestaan in de psychoanalyse, de gedragstherapie, de gestalttherapie en binnen de ring, worden apart per hoofdstuk behandeld. Dat gebeurt behoorlijk grondig met veel literatuurbespreking, waarbij de lezer meteen de be-
186 Dth 2 jaargang 7 mei 1987 langrijkste principes en theorieën van elk der stromingen uiteengezet krijgt. Hieraan voorafgaand is een hoofdstuk gewijd aan enkele dachten over paradoxen in o.a. het Zen Boeddhisme, de rapie en aan de overeenkomsten tussen judo en aikido enerzijds en paradoxale strategieën anderzijds. Na deze eerste vijf hoofdstukken volgt een hoofdstuk dat aangekondigd wordt als ’toward a theory of paradox in psychotherapy’. Als men dit allemaal heeft gelezen, is men 186 pagina’s verder. In de rest van het boek worden dan tien ‘selected writings’ van andere auteurs afgedrukt, o.a. van Haley, Papp, Zeig, Sluzki en Weeks & L’Abate. Is dit nu een goed boek? In bepaalde opzichten zeker wel. Het boek geeft een zeer uitgebreid overzicht van de opvattingen over radoxen. Bovendien wordt de literatuur grondiger dan meestal bruikelijk is besproken. Bij elke stroming wordt bovendien nagegaan in hoeverre er onderzoek is gedaan over de effecten van paradoxale strategieën. De onderzoeksrapporten worden bovendien kritisch sproken. Ondanks deze pluspunten vind ik Paradoxical Strategies in chotherapy toch geen topper. Daarvoor ontbreekt er teveel aan visie. Het lijkt wel of de auteur een ‘computer search’ heeft gedaan met de juiste steekwoorden, de daar uitrollende literatuur prima heeft mengevat, maar verder zelf niet heeft nagedacht over het onderwerp. Bij de eerste vijf hoofdstukken denk je als lezer nog: ‘de eigen tingen en integratie komen straks in hoofdstuk 6’. Maar dat blijkt dan niet het geval. ‘Towards a theory of Paradox’ (hfdst. 6) is meer een uittreksel van het voorafgaande dan datgene wat het belooft. Pijnlijk is ook het achterwege blijven van enige reflectie op de tie-stelling voor paradoxale strategieën. Het zal ook wel daardoor komen dat de auteur geen onderscheid maakt tussen een paradoxale houding en paradoxale opdrachten. Zo geeft hij voorbeelden van machtsstrijd tusen cliënt en therapeut waarin een paradoxale gie wordt aanbevolen. Soms bestaat die dan uit een paradoxale dracht, wat mij niet terecht lijkt, en soms uit een paradoxale (of zo men wil judo-)houding die mij wel geïndiceerd lijkt en waarvan de auteur enkele essentiële elementen schetst. Appendix B spant de kroon wat betreft het klakkeloos weergeven van andermans mening. Kritiekloos wordt een grote lijst van men opgevoerd die paradoxaal behandelbaar zouden zijn, met wijzing naar auteurs die daarover hebben gerapporteerd. Men vindt daarin van alles, o.a. alcoholisme, agressie, ouder worden, angsten, borderline persoonlijkheid, obesitas, tics etc.
recensies I 8 7 Conclusie: Als literatuuroverzicht is Paradoxical Strategies in chotherapy een geslaagd boek maar het gebrek aan visie op de schillende elementen die tot een paradoxale strategie kunnen behoren en op de indicaties en contra-indicaties daarvoor, maakt dat het boek niet zonder meer kan worden aanbevolen. ALFRED LANGE