Jaargang 5 (1985)
284 Dth 3 jaargang 5 augustus 1985 overtuigd is de lezer daarmee een dienst te bewijzen. Volgens het Woord vooraf van Lyn Hoffman is hij daarin geslaagd. Men kan er ook anders over denken. In dit boek lijkt zich, bij wijze van spreken, een strijd om de te zeggingskracht te ontwikkelen tussen de anekdotes van Erickson, wier boodschap in een spannend verhaal verpakt is, en de uitleg van Rosen, die op rationeel inzicht is gericht. Het leidt voor mij geen twijfel wie de overwinning boekt, maar de lezer oordele zelf. ED PERELAER psycholoog te Amstelveen A. Lange, Interactionele probleemoplossingsvragenlijst (1Pov), Deventer, Van Loghum Slaterus, 1984. Prijs: f 46,-. De IPOV is een meetinstrument waarmee een betrouwbare schatting te verkrijgen is van de mate waarin twee partners in staat zijn linge problemen op te lossen. De IPOV is in eerste instantie bedoeld als een meetinstrument ten behoeve van taxatie en evaluatie. In de Handleiding wordt uiteengezet op welke wijze de IPOV tot stand kwam. De vragen werden opgesteld overeenkomstig gen over probleemoplossen van D’Zurilla en Goldfried. Vervolgens werden de vragenlijsten voorgelegd aan paren met relatieproblemen en paren die hun relatie als goed beschouwden. De lijst de in grote mate deze groepen (p < 0,0005). Er bleek een substantiële correlatie met schalen voor huwelijkssatisfactie en geluk. De IPOV werd vervolgens genormeerd met behulp van 600 ruwe scores, verkregen door middel van een representatieve steekproef. Enige demografische gegevens van de bij de steekproef betrokken personen worden weergegeven: wel of niet samenwonend, kinderen, eerdere behandelingen, opleiding en beroep. De 17 items die na schifting van de oorspronkelijke 25 overbleven, geven na invulling een overzicht van hoe twee mensen met elkaar omgaan en bieden aldus, naast een klinische indruk, een weergave van de relatie. De diverse items lenen zich goed voor een strategie die gericht is op het beter met elkaar leren omgaan van de partners. De IPOV heeft naast de 17 items over het probleemoplossend mogen een satisfactielijst die niet genormeerd en niet gevalideerd is in Nederland en wat verloren in de vragenlijst is terechtgekomen. om is niet duidelijk. Plezierig zijn de vragen naar biografische gegevens. Het afnemen van de IPOV garandeert een vergaren van deze relevante biografische gegevens.
recensies 285 In de praktijk blijkt de lijst snel en foutloos te worden ingevuld. De score met behulp van de in het boekje aanwezige mal is dig en vraagt weinig tijd. Concluderend: de IPOV is een nuttig meetinstrument, waarmee zierig te werken valt. KEES HOOGDUIN Charles J. Wooding, Geesten genezen: etnopsychiatrie als nieuwe richting binnen de Nederlandse antropologie. gen, Konstapel, 1984. 152 blz. Prijs: f 24,50. Sinds de antropoloog Wooding in 1972 promoveerde op Winti: een Afroamerikaanse godsdienst in Suriname, werd hem geregeld om hulp gevraagd door mensen die hun klachten toeschreven aan behekstheid of bezetenheid. Zo werd hij 'etnopsychiater'. Anders dan veel tionele genezers luistert hij uitgebreid naar wat de cliënt te vertellen heeft; verder gebruikt hij traditionele middelen zoals kruidendranken en -baden, rituelen en gezaghebbende voorspellingen en opdrachten. Geesten genezen beschrijft zijn werkwijze en het wintigeloof. De theoretische hoofdstukken zijn nogal warrig en bevatten weinig verhelderends over samenhangen tussen maatschappelijke gen, geloof en ziektebegrippen. Twee hoofdstukken daarentegen ven goede informatie over Suriname, wintigeloof, ziekte-opvattingen, diagnosestelling en genezingsrituelen. Dit stuk is nuttig voor iedereen die met Surinaamse cliënten te maken heeft. Vervolgens komen er acht gevalsbeschrijvingen, met meestal taculaire genezingen van dramatische kwalen. Helaas verschaft ding te weinig achtergrondgegevens van de cliënten; de lezer heeft nauwelijks de mogelijkheid om de puzzel anders dan bovennatuurlijk in elkaar te leggen met behulp van meer wereldse begrippenkaders. Het blijft steeds onduidelijk of Wooding, de genezer, aan het woord is, die aan het bovennatuurlijk kader genoeg heeft, of W ooding, de sociaal-wetenschapper annex psychotherapeut. Zo schrijft hij bijv. meermalen dat voor de genezing van behekstheid contramagie beerlijk is. Om magische redenen, of omdat men dit nu eenmaal wacht? Jammer genoeg is Wooding nauwelijks thuis op het terrein van de moderne psychotherapie. Hij creëert een absolute, stereotiepe stelling tussen etnopsychiatrie en 'de westerse geneeskunde' en mist daarmee de kans verbanden te leggen tussen zijn werkwijzen en een aantal zeer verwante uitgangspunten en methoden in bijv. psychoso-[/fusion_text]
[fusion_text columns="" column_min_width="" column_spacing="" rule_style="" rule_size="" rule_color="" hue="" saturation="" lightness="" alpha="" user_select="" awb-switch-editor-focus="" content_alignment_medium="" content_alignment_small="" content_alignment="" hide_on_mobile="small-visibility,medium-visibility,large-visibility" sticky_display="normal,sticky" class="" id="" width_medium="" width_small="" width="" min_width_medium="" min_width_small="" min_width="" max_width_medium="" max_width_small="" max_width="" margin_top="" margin_right="" margin_bottom="" margin_left="" fusion_font_family_text_font="" fusion_font_variant_text_font="" font_size="" line_height="" letter_spacing="" text_transform="" text_color="" animation_type="" animation_direction="left" animation_color="" animation_speed="0.3" animation_delay="0" animation_offset="" logics=""]
[wpdm_package id="3863"]
[/fusion_text]
[/fusion_builder_column][/fusion_builder_row][/fusion_builder_container]