Jaargang 3 (1983)

. recensies David S. Freeman (ed.), Perspectives on Family Therapy, 1980, Butterworth & Co, 261 blz. Uit de inleiding van Freeman blijkt dat het idee voor dit boek ren is op de Western-Canadian Conference on Family Therapy. Het boek is geschreven door gezinstherapeuten en opleiders van naam, die op deze wijze hun kennis beschikbaar stellen voor een zo groot mogelijk publiek. Volgens Freeman dient dit bock als een groot raamwerk, waarbinnen veel ideeën en theorieën aangaande rapie een plaats kunnen krijgen. Dit als waardevolle hulp aan zoekers, therapeuten, opleiders en studenten op het gebied van de zinstherapie. Na deze inleiding begint de lezer met grote verwachtingen aan het boek, hoewel een aantal uitlatingen in de inleiding al een wing hadden kunnen zijn. Het boek is onderverdeeld in drie delen. Het eerste deel omvat hoofdstukken van verschillende auteurs over modellen in de therapie. In dit deel wordt nog eens bericht: de systeemtheorie, de groeigeoriënteerde gezinstherapie, networktherapie, Haley’s solving en een model voor een gezinstherapiecursus. Helaas wordt er niets nieuws besproken. Ook niet nieuw, maar wel geestig geschreven, is het hoofdstuk van Kuypers en Trute over kuilen voor gezinstherapeuten. De valkuilen waarin een therapeut vast kan komen te zitten met een gezinsbehandeling zijn onder re: ‘ik heb het nog nooit eerder gedaan’; venties’; ‘ik moet iets doen’; en het redden van het eigen gezicht. Deel twee gaat over praktijkonderwerpen. Deze onderwerpen zijn zeer gevarieerd. Preventie komt onder andere aan de orde in dooien voor trouw- en oudercursussen. Aan de behandelingskant is er een hoofdstuk over de opbouw van één therapiezitting, en twee hoofdstukken over relatietherapie bij seksuele problemen. In dit deel is eigenlijk alleen het hoofdstuk van Herbert interessant. Hij schrijft een behandelingsfilosofie voor kinderen met ernstige le) gedragsproblemen. Juist deze kinderen, die een slechte prognose hebben met nogal eens delinquentie in het vooruitzicht, vallen uit de kinderpsychotherapeutische boot. Vanuit het maatschappelijk werk heeft Herbert een gedragstherapeutisch behandelprogramma keld, waarin de inzet van ouders/verzorgers/school e.d. zo groot gelijk is. Helaas schrijft hij er niet bij hoe hij deze natuurlijke ving van het kind motiveert. Jammer, omdat dat naar mijn mening het belangrijkste deel van het werk is.

recensies 377 Het derde deel behandelt beleid in brede zin, dus ook in bestuurlijke. Een aantal hoofdstukken gaat over de Canadese ving ten aanzien van huwelijk en gezin, en zijn minder relevant in de Nederlandse situatie. In dit deel is het hoofdstuk van Selig leuk om te lezen. Selig beschrijft hoe hij geleidelijk aan in staat is zijn therapeutische zienswijze te laten mee tellen in een volgens het disch model denkende kliniek. Conclusie: De inleiding van Freeman maakt in feite al duidelijk ke bezwaren aan dit soort boeken kleven. Een boek met de pretentie dat het geschreven is voor beginnende én gevorderde therapeuten én voor onderzoekers verzandt al gauw in een bonte verzameling len met weinig diepgang. Dat geldt in ieder geval voor dit boek. Voor de theoretische hoofdstukken geldt, dat men beter per therapeutische stroming een boek van de grondlegger of uitwerker van kan lezen, dan zo’n korte samenvatting van enkele ideeën uit de betreffende stroming. De eigen inbreng van de auteurs in deze stukken is mij niet zo duidelijk geworden. Kortom, op een enkel hoofdstuk na een rommelig, oppervlakkig en weinig boeiend boek. SJOUKJE HARTMAN-FABER, psychiater St. Hippolytus Ziekenhuis, Delft. EEN KOOKBOEK VOOR SEKSTHERAPIE Eric C. Krohne, Sex Therapy Handbook: A Clinical Manual for the Diagnosis and Treatment of Sexual Disorders. MTP Press Limited, Lancaster/Spectrum Publications, Ine., New York, 1982, 90 blz. Elk boek heeft zijn verdienste. Een kookboek dat zich richt op leenstaanden met een klein budget en met weinig behoefte aan seling en originaliteit zal voor fijnproevers zonder waarde zijn maar voor de beginnende doe-het-zelver waardevol. Zo is het enigszins met het klinisch handboek van Krohne. zijds is het een oppervlakkig en slecht boek; er staat niets nieuws in, bijna nergens laat de auteur zijn eigen visie of smaak blijken en de vormgeving is al even ‘goedkoop’ en smakeloos. Anderzijds is het een overzichtelijk en verdienstelijk boek: het geeft grote lijnen en het is